1.4 herhaling ww + werkblad

• Nederlands
• Middelbare school
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 1.4 herhaling werkwoorden
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Laat het boek nog even dicht. 

2. Lesdoel 

Aan het eind van deze les:

- kun je een werkwoord vinden in een gegeven zin. 

- kun je meerdere werkwoorden in een gegeven zin vinden. 

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Je maakt zelfstandig het werkblad dat je van de docent krijgt. 

Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Namen lln

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Noteer een passend werkwoord in de zin:
Truus .......... naar de supermarkt.

Wat is het werkwoord in de volgende zin:
De juf vertelt ons het huiswerk.

Wat is het werkwoord in de volgende zin:
Ik maak mijn huiswerk

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 15 t/m 18 op blz. 21 + 22.

De rest doet mee met de instructie. 

4. Instructie

Wat is het werkwoord in de zin:
Jan fietst naar school

Kim noteert de toetsen in haar agenda.

1. toetsen
2. agenda
3. noteert
4. kim

In een zin kunnen meerdere werkwoorden zitten.

1. Ja
2. Nee

Wat zijn de werkwoorden in de zin?
Mijn vader laat de baard groeien.

Ik heb de toetsen opgeschreven.

1. heb
2. heb opgeschreven
3. opgeschreven
4. toetsen opgeschreven

Ik slaap lekker.

1. slaap
2. ik
3. lekker
4. slaap lekker

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Namen lln, jullie maken zelfstandig het werkblad dat je van de docent krijgt. 

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht zin 1 t/m 5 van het werkblad. 

6. Zelfstandig werken

Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:

het werkblad dat je van de docent krijgt. 

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdracht na.

Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 

7. Evaluatie

Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

Noteer het werkwoord uit de volgende zin:
De jongens roepen de meisjes

Noteer het werkwoord uit de volgende zin:
De hond loopt naar zijn mand.

Noteer het werkwoord uit de volgende zin:
Stopt hij het boek in zijn tas?

Ik kan in een gegeven zin het werkwoord vinden

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk: 

...dag .. maand

werkblad werkwoorden

Toetsen: 

...

...

Afsluiting

Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................