H3a paragraaf 2

Voorstuwen en tegenwerken
les 2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Voorstuwen en tegenwerken
les 2

Slide 1 - Tekstslide

korte planning
- Doel
- planning
- vorige week
- Voortstuwende krachten en tegenwerkende krachten
- De resultante
- Fres in een beweging

Slide 2 - Tekstslide

Doel
- Aan het eind van de les heb je een beeld bij terugwerkende krachten
- Aan het eind van de les heb je een beeld bij voortstuwende krachten
- Aan het eind van de les kun je uitleggen wat voor invloed Fres op de snelheid heeft. 

Slide 3 - Tekstslide

Vorige week
- Jullie krijgen een aantal vragen over de les van vorige week.
- Dus pak even een rekenmachine erbij, want er zit een sommetje tussen.

Slide 4 - Tekstslide

Bereken de afgelegde afstand.

Slide 5 - Open vraag

90 km/h = ... m/s
A
30
B
324
C
25
D
32,4

Slide 6 - Quizvraag

Bereken de versnelling die het voorwerp heeft.

Slide 7 - Open vraag

Voortstuwen en tegenwerken
Wat zorgt ervoor dat fietser naar voren gaat?
Wat houd de fietser tegen?

Slide 8 - Tekstslide

Wat doen ze?
wat doen wielrenners om minder weerstand te hebben?
- banden
- houding
...

Slide 9 - Tekstslide

Fres
Wat is Fres?
wat betekend Fres voor de auto?
Een auto rijdt met een snelheid van 30 m/s kan Fres 0 zijn.
Zo ja wat betekend dat voor de auto?

Slide 10 - Tekstslide

wetten van Newton
Eerste wet van Newton.
Een object waarvan de voortstuwende krachten gelijk zijn aan de tegenwerkende krachten, dan zal de snelheid niet veranderen van dat voorwerp. (schrijf deze op)

Slide 11 - Tekstslide

Je trekt een slee vooruit met een kracht van 50 N. De slee beweegt met een constante snelheid. Wat is de weerstand van de slee
A
kan je niet weten
B
50 N
C
0 N
D
minder dan 50 N

Slide 12 - Quizvraag

Leg uit waarom een parachute ervoor zorgt dat een vliegtuig sneller stil staat?

Slide 13 - Open vraag

Welke fietser is aan het vertragen welke is aan het versnellen en welke is met een constante snelheid aan het rijden.

Slide 14 - Open vraag

Welke fietser is het snelst aan het fietsen?
A
A
B
B
C
C
D
Kun je niet weten

Slide 15 - Quizvraag

Huiswerk
Maken 1 - 9

Slide 16 - Tekstslide

Hebben jullie nog tips voor mij?
(meer plaatjes meer oefening(...)

Slide 17 - Open vraag