Medicatie MZ/VZIG/VP

Medicatie toedieningsvormen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Medicatie toedieningsvormen

Slide 1 - Tekstslide

Welke toedieningsvormen ken je allemaal?

Slide 2 - Open vraag

Verschillende toedieningsvormen
  • Oraal
  • Oor, oog en neusdruppels
  • Via de luchtwegen
  • Rectaal en vaginaal
  • Via de huid
  • Intraveneus
  • SC en IM

Slide 3 - Tekstslide

Orale medicatie wordt opgenomen :
A
Via het maag darm kanaal
B
Buiten het maag darm kanaal om

Slide 4 - Quizvraag

Een collega heeft de medicatie uitgezet. Er wordt aan jou gevraagd de medicatie uit te reiken. Wie is eindverantwoordelijk?
A
Degene die de medicatie uitzet is verantwoordelijk
B
Degene die de medicatie geeft is verantwoordelijk.

Slide 5 - Quizvraag

Orale medicatie
  • Gaat via het maagdarm kanaal
  • Altijd de regel van 5 checken voor toedienen
  • Altijd zelf controleren wat je geeft, niet voor een collega medicatie wegbrengen. 
  • Let op inname van de medicatie.

Slide 6 - Tekstslide

Wat kan het gevaar zijn als je oordruppels te koud toedient?
A
De klachten kunnen verergeren
B
Het medicijn werkt dan niet goed
C
Iemand kan duizelig worden

Slide 7 - Quizvraag

Wat is van belang bij het toedienen van oogdruppels?

Slide 8 - Open vraag

Oogdruppels
  • Regel van 5 checken
  • Handen wassen / handschoenen dragen
  • Ooglid naar beneden trekken, kommetje maken
  • Zorg ervoor dat je het oog niet raakt, druppels erin laten vallen
  • Na toediening een paar sec. de traanbuis dicht drukken/ laten drukken

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn de meest voorkomende bijwerkingen van medicatie via de luchtwegen?

Slide 10 - Open vraag

Medicatie via de luchtwegen
Aandachtspunten:
  •  Mond spoelen na gebruik pufje, anders grote kans op schimmelinfecties.
  • Juiste manier van inhalatie
  • Laat de zorgvrager goed rechtop zitten
  • Inhalator niet in de koelkast bewaren

Slide 11 - Tekstslide

Wat kan een reden zijn om medicatie rectaal toe te dienen?

Slide 12 - Open vraag

Wat wordt er bedoeld met transdermale medicatie?
A
Medicatie via de mond
B
Medicatie via de huid
C
Medicatie via de luchtwegen

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Medicatie via de huid
Aandachtspunten:
  • Altijd handschoenen aan met aanbrengen
  • Nooit de medicatie pleisters knippen
  • Let op de plek waar je het plakt
  • Morfine pleisters moeten 6 a 12 uur inwerken

Slide 15 - Tekstslide

Noem de belangrijkste aandachtspunten bij het toedienen van Parkinson medicatie.

Slide 16 - Open vraag

Na het toedienen van medicatie via een vlindernaald moet je altijd naspoelen met nacl 0,9%
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Je hebt het vermoeden dat een zorgvrager een allergische reactie heeft op een medicijn.
Wat doe je? Benoem de stappen

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Tussen welke waarden moet een nuchtere bloedsuiker zich bevinden?

Slide 21 - Open vraag

Op welke injectie plek wordt insuline het snelst opgenomen in het lichaam?

Slide 22 - Open vraag

De zorgvrager mag zelf een dubbelcheck geven voor het toedienen van insuline
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide