1. Although is formeler dan though, daarom gebruiken we although vaker in schrift en though vaker in spreektaal
2. Even though is een sterkere vorm van tegenstelling uitspreken dan although
- Although they are very smart, they made a lot of mistakes.
- They are very smart. They made a lot of mistakes, though.
- Even though they are very smart, they made a lot of mistakes.
3. Als beide tegenstelling even zwaar in gewicht zijn, gebruik je however/but
- They are strong, but/however we are smart.
4. Als de ene tegenstelling belangrijker is dan de andere, gebruik je though/although
- They may be strong, though we are smart.
- Although they may be strong, we are smart.
--> Slim zijn lijkt hier belangrijker te zijn dan sterk zijn
5. Hetzelfde als punt 4 geldt voor however, alleen komt however iets 'positiever' over
- They may be strong, however we are smart.