Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 2: Persoonsvorm verleden tijd 'tx kofschip
Nederlands
Onderwerp: Persoonsvorm verleden tijd
Naam: Meneer de Vries
1 / 33
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Speciaal Onderwijs
Leerroute 1
Leerroute 2
In deze les zitten
33 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nederlands
Onderwerp: Persoonsvorm verleden tijd
Naam: Meneer de Vries
Slide 1 - Tekstslide
Start klaar
Telefoon ingeleverd in de zak
Jas in de kast
Petjes af
Oortjes uit
Inloggen lessonup
timer
3:00
Slide 2 - Tekstslide
Les planning
Les doelen deze les
Herhaling vorige les (pv tt)
Nieuwe theorie
Les evalueren
Vooruitblik volgende les
Les afsluiten
Slide 3 - Tekstslide
Les doelen
Aan het einde van deze les kan de leerlingen zelfstandig met behulp van 't Kofschip werkwoorden vervoegen in de verleden tijd.
Aan het einde van deze les weet de leerling hoe hij een regelmatig en onregelmatig werkwoord moet vervoegen
Slide 4 - Tekstslide
Welke regel gebruik ik bij de pv tt?
A
loop of loopt
B
'tx kofschip
Slide 5 - Quizvraag
Welke regel gebruik ik bij de pv vt?
A
loop of loopt
B
'tx kofschip
Slide 6 - Quizvraag
De oude man (vinden) het niet gezellig in het bejaardentehuis.
A
vindt
B
vind
Slide 7 - Quizvraag
Het jongetje (houden) meer van worst dan van snoep.
A
Houd
B
Houdt
Slide 8 - Quizvraag
Hij (geven) het meisje een bos bloemen.
A
geeft
B
geef
Slide 9 - Quizvraag
De wedstrijd (beginnen) direct na het fluitsignaal.
Slide 10 - Open vraag
(Ronden) eerst je huiswerk af voor je naar buiten gaat!
Slide 11 - Open vraag
(Vinden) jij het ook zo gezellig in de pauze?
Slide 12 - Open vraag
Droge humor (vinden) ik het grappigst.
Slide 13 - Open vraag
De nachtegaal (zingen) een prachtig lied.
Slide 14 - Open vraag
Die deugniet (belanden) nog eens in de gevangenis.
Slide 15 - Open vraag
Weet jij waar het vliegtuig (landen)?
Slide 16 - Open vraag
Wanneer gebruik je 'tx k
o
fsch
i
p?
't Kofschip gebruiken we als we een werkwoord moeten vervoegen in de verleden tijd of als we een voltooid deelwoord moeten vervoegen
de o en i van 't kofschip doen niet mee met de regel, het gaat om de letters
txkfschp
Slide 17 - Tekstslide
Stam + 'tx k
o
fsch
i
p (txkfschp)
Zit de laatste letter in 'tx kofschip dan voeg je -te toe
Zit de laatste letter niet in 'tx kofschip dan voeg je -de toe
Gisteren (verhuizen) Lisa.
Gisteren (fietsen) Lisa.
Slide 18 - Tekstslide
Stam + 'tx k
o
fsch
i
p (txkfschp)
Wel = te / nee = de
Gisteren (verwachten) Lisa.
Gisteren (verbeteren) Lisa.
Gisteren (Vermoeden) Lisa.
Slide 19 - Tekstslide
Stam + 'tx k
o
fsch
i
p (txkfschp)
Wel = te / nee = de
Vanmorgen (posten) Arno een bericht op facebook.
Vanmorgen (verzorgen) Arno zijn zoon.
Vanmorgen (landen) Arno op Schiphol.
Slide 20 - Tekstslide
Wat als je te maken krijgt met meerdere personen?
Als het om meerdere personen gaat voeg je een extra N toe
'tx k
o
fsch
i
p
Voorbeeld enkelvoud: Vorige week verfde Arno het huis.
Meervoud: Vorige week verfden wij het huis.
Slide 21 - Tekstslide
Regel matigwerkwoord ('tx kofschip)
Zwakke werkwoorden
Voorbeelden: Fietsen - fiets - fietst - fietste en gefietst.
Onregelmatige werkwoorden (zonder regel, dus uit je hoofd leren.)
Sterke werkwoorden
Voorbeeld: Lopen - loopt - liep - liepen en gelopen
Voorbeeld: Zwemmen - zwemt - zwom - zwommen en gezwommen
Voorbeeld: Vinden - vind of vindt - vond - vonden en gevonden
Slide 22 - Tekstslide
Sterke werkwoorden
Toen (vallen, pv vt) er tenminste nog een flink pak sneeuw.
Bovendien (vriezen, pv vt) toen allen kanalen, grachten en meren dicht.
Vroeger (vinden, pv vt) ik de winters in Nederland veel leuker.
Slide 23 - Tekstslide
Vroeger (vinden, pv vt) ik winters in Nederland veel leuker.
A
Vinden
B
Vind
C
Vond
D
Vindt
Slide 24 - Quizvraag
Ondanks alles (bevallen, pv vt) ze negen maanden later van een gezonde dochter.
A
Beviel
B
beviel
C
bevalt
D
bevalen
Slide 25 - Quizvraag
Vorige week (posten) Arno en Lisa een bericht.
A
Postte
B
Posten
C
Postten
D
Poste
Slide 26 - Quizvraag
Vorige week (posten) Arno een bericht.
A
posten
B
postten
C
postte
D
post
Slide 27 - Quizvraag
Vroeger (lachen) ik meer dan tegenwoordig.
A
Lachte
B
Lachtte
C
Lachten
D
lacht
Slide 28 - Quizvraag
Iedereen (raden) me in die tijd aan om serieuzer te zijn.
A
raade
B
raadde
C
raad
Slide 29 - Quizvraag
Die onvoldoende voor Nederlands (hakken) er gisteren wel in!
A
hakte
B
hakkte
C
hakten
D
hakden
Slide 30 - Quizvraag
Opdracht maken
Maak de opgaven van de docent.
't k
o
fsch
i
p
Werkwoordspelling app pv verleden tijd
timer
30:00
Slide 31 - Tekstslide
Vooruitblik volgende les
Vervoegen van het voltooid deelwoord.
Slide 32 - Tekstslide
Einde les
Slide 33 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les 3: voltooid deelwoord ('t kofschip)
Augustus 2024
- Les met
31 slides
Nederlands
Speciaal Onderwijs
Leerroute 1
Leerroute 2
Oefenen met pv tt, pv vt en voltooid deelwoord
Augustus 2024
- Les met
53 slides
Nederlands
Speciaal Onderwijs
Leerroute 1
Leerroute 2
Spelling werkwoorden
September 2021
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
Oktober 2023
- Les met
42 slides
Nederlands
Primary Education
Age 7
les 5 Zwakke en sterke ww, Eng. ww
September 2022
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Spelling werkwoorden - herhaling theorie en oefening (les 1)
Oktober 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Grammatica de tijden: tt, vt, volt. deelwoord, onvoltooid deelwoord
September 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
1 hv - ww-spelling
Februari 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1