Hoofdstuk 1 de betekenis van geschiedenisonderwijs

Vakdidactiek
De betekenis van het geschiedenisonderwijs
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vakdidactiek
De betekenis van het geschiedenisonderwijs

Slide 1 - Tekstslide

Hoe is historisch denken ontstaan?
  • Door industriele en democratische revoluties in Europa rond 1800 veranderde de wereld zo snel dat het merkbaar was in een mensenleven. 
  • Er was besef van een breuk, vroeger was het anders.
  • Daardoor ontstaan de interesse om de wereld van vroeger te bestuderen. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is historisch denken?

Slide 3 - Open vraag

Historisch denken
Het vormen van een waarheidsgetrouw beeld van een tijdsverloop van vele eeuwen

Slide 4 - Tekstslide

Wat is waarheidsgetrouw?
Gebaseerd op bewezen feiten

Slide 5 - Tekstslide

Wat is er anders aan geschiedenis dan wetenschap?
Bij geschiedenis gaan de feiten over een verdwenen wereld van het verleden en daar hoort een speciale manier van denken bij. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn de vier kenmerken van historisch denken?
  • Realiteitsbewustzijn
  •  Chronologie en periodisering
  • Historische distantie
  • Tijdgebondenheid , anachronisme en onvoorspelbaarheid.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is realiteitsbewustzijn?
  • Onderscheid tussen feit en fictie.
  • Gebaseerd op betrouwbaar bewijsmateriaal
  • Respect voor feiten is belangrijk tegen mythevorming


Slide 8 - Tekstslide

Wat is chronologie?
Het voorstellen van de tijd als een lange, continu lijn. Gebaseerd op tijdrekenkunde. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat is ahistorisch presentisme?
In het voorstellen van het verleden, de ontwikkelingslijnen richten op het heden, waardoor het heden tot einddoel wordt gemaakt. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is historische distantie? 
De afstand tussen het heden en verleden. Die ontstaan door de nadruk te leggen op het verschil tussen perioden en het karakter van de eigen tijd. 

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het wij-perspectief? 
De neiging om de afstand tussen het heden en het verleden te verkleinen, door te benadrukken dat de mensen uit het verleden tot dezelfde groep behoren. 

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het gelijktijdige van het ongelijktijdige?
In onze wereld bestaan allemaal overblijfselen uit verschillende tijden naast elkaar. Ze behoren tot onze bekende wereld, maar behoren als overblijfselen van een vreemd verleden ook tot een wereld waarin wij ons niet thuis zouden voelen. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is presentatie? 
Het verleden zien en uitleggen vanuit het perspectief van het heden.

Slide 14 - Tekstslide

Onderscheiden historisch denken.
  • GS legt de nadruk op de verschillen tussen diverse tijdvakken. Daarmee op unieke omstandigheden en gebeurtenissen.
  • Andere vakken leggen het accent op wat in het algemeen geldt voor de samenleving. 

Slide 15 - Tekstslide

Waarom is historisch denken belangrijk voor een democratie?
Gezond maatschappelijk debat: baseren op feitelijk juiste argumenten. 
Openheid: HD staat open voor het afwijkende, verbeteringen en veranderingen in het heden. 
Tolerantie: HD helpt om eigen overtuigingen en gevoelens te relativeren. 

Slide 16 - Tekstslide

Welke functies kan geschiedenis hebben?
Moreel pragmatisch 
Moreel: wie GS bestudeert heeft meer voorbeelden over goed en slecht gedrag. Moreel besef kan aangescherpt worden
Pragmatisch: Je trekt lessen uit het verleden met oog op toekomstig handelen. Probleem: GS herhaalt zich niet op dezelfde manier. 

Slide 17 - Tekstslide

Welke functies kan geschiedenis hebben?
Geschiedeniswetenschap en geschiedenisonderwijs kwam in de negentiende eeuw tot stand. Een terugblik op het verleden van de natie speelde een belangrijke vorm bij natievorming. Kennis van het verleden zou  inwoners van de staat verbonden met elkaar moeten laten voelen. 
Doel: meer eenheid.
Probleem: 

Slide 18 - Tekstslide

Welke functies kan geschiedenis hebben?
Identiteitsvormend: Orientatie op het verleden kan mensen duidelijker maken wie ze zijn. 
Bevestigende houding: Zoekt identiteit in geschiedenis.
Ontkennende houding: distantieert zich van de geschiedenis
reflecterende houding: probeert eigen bestaan te verduidelijken zonder oordeelsvorming. 

Slide 19 - Tekstslide

Welke functies kan geschiedenis hebben?
Kritisch analytisch: Geschiedenis heeft geen doel. De historicus is geïnteresseerd om de feiten te leren kennen van bepaalde situaties. 

Slide 20 - Tekstslide

Nuttige aspecten historisch denken
Mythevorming tegengaan
Wijzen op tijdgebondenheid en en relativiteit van waarden
Respect tonen voor het andere 
De onvoorspelbaarheid van historische ontwikkelingen onder de aandacht brengen
kritisch omgaan met representaties en interpretaties van het verleden 


Slide 21 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met betekenisvol geschiedenisonderwijs?
Leerlingen gaan inzien wat en ervaren wat geschiedenis te maken heeft met henzelf, de huidige samenleving en met hun algemene inzicht in het menselijk bestaan.

Slide 22 - Tekstslide

Welke 7 maatschappelijke functies van geschiedenis zijn er?
1. Verklaren van hedendaagse verschijnselen.
Het heden kan soms alleen begrepen worden als men de voorgeschiedenis kent. 
2. Historische analogieën die voor het heden van belang zijn. 
Iets uit het verleden dat met een verschijnsel uit het heden kan worden vergeleken.
3. De rol van traditie en mythevorming in de samenleving. 
Geschiedenisstudie kan dienen om mensen te bevrijden van de ballast van het verleden. 

Slide 23 - Tekstslide

Welke 7 maatschappelijke functies van geschiedenis zijn er?
4. veranderingen en factoren waardoor verandering kan optreden.
Door kennis te nemen over veranderingsprocessen kun je waarschuwen tegen ideeën over de maakbaarheid van de samenleving
5. Inzicht krijgen in het menselijke bestaan
Het vergroten van mensenkennis
6. Waarschuwen voor te snelle generalisaties en hypothesen. 
Geschiedenis laat zien dat de samenleving zich niet wetmatig en eenvormig ontwikkelt.

Slide 24 - Tekstslide

Hoe koppelt Kocka geschiedenis aan democratie?
Geeft de juiste achtergrondkennis bij hedendaagse problemen.
Laat zien dat verandering niet zomaar tot stand gebracht kan worden. 
Geeft zicht op het relatieve van de hedendaagse samenleving
Zorgt voor meer mensenkennis

Slide 25 - Tekstslide

Wat is conceptgericht onderwijs?
Sleutelbegrippen staan centraal, hierdoor krijgt geschiedenisonderwijs meer betekenis. In plaats van wisselende historische onderwerpen aanbieden waar dan weer begrippen bij horen. 

Slide 26 - Tekstslide