In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Herhaling literatuurgeschiedenis
Slide 1 - Tekstslide
Wat voor toneelstuk is Warenar?
A
Tragedie
B
Blijspel
C
Klucht
D
Weet niet
Slide 2 - Quizvraag
Hoe eindigt Warenar?
Slide 3 - Open vraag
Wat is de les uit Warenar?
Slide 4 - Open vraag
Wat is een proloog?
A
Nawoord
B
Voorrede
C
Samenvatting
D
Motto
Slide 5 - Quizvraag
Noem drie personages en hun vaste kenmerk.
Slide 6 - Open vraag
In welke periode past emblematiek?
A
Renaissance
B
Verlichting
C
Romantiek
D
Naturalisme
Slide 7 - Quizvraag
Een embleem leert je altijd een les over de liefde
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Hoe noem je een tekst zoals het Wilhelmus waarbij alle eerste letters een woord vormen?
Slide 9 - Open vraag
Wat is het thema van het Wilhelmus
A
Je wint altijd als je vecht
B
Geloof in god dan komt het goed
C
Degene die het beste is wint
D
Verzet je tegen alles
Slide 10 - Quizvraag
Tot welk genre liederen hoort het Wilhelmus?
A
Proza
B
Petrarkisme
C
Sonnet
D
Geuzen
Slide 11 - Quizvraag
Gijsbrecht van Aemstel past in het stadium:
A
Imitatio
B
Translatio
C
Aemulatio
D
Geen idee
Slide 12 - Quizvraag
Het Stockske is van...
A
Hooft
B
Erasmus
C
Catz
D
Vondel
Slide 13 - Quizvraag
De Spaansche Brabander is een..
A
Renaissancekomedie
B
Klucht
C
Tragedie
D
weet niet
Slide 14 - Quizvraag
De spaanse Brabander gaat over?
Slide 15 - Open vraag
Noem twee kenmerken van kindergedichten van Van Alphen
Slide 16 - Open vraag
Welke les zit erin: Het vrolijk leeren Mijn speelen is leeren, mijn leeren is speelen, En waarom zou mij dan het leeren verveelen? Het lezen en schrijven verschaft mij vermaak. Mijn hoepel, mijn priktol verruil ik voor boeken Ik wil in mijn prenten mijn tijdverdrijf zoeken 't Is wijsheid, 't zijn deugden, naar welken ik haak.
Slide 17 - Open vraag
Waarom passen kindergedichten goed in de tijd van de Verlichting? Leg uit.
Slide 18 - Open vraag
Wie schreef De Hollandse spectator?
A
J.A. Schasz
B
P. Langendijk
C
J. van Effen
D
P. Paaltjens
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de les in de roman Sara Burgerhart?
Slide 20 - Open vraag
Sara Burgerhart is geschreven voor...
A
Mannen
B
Iedereen
C
Kinderen
D
Jonge vrouwen
Slide 21 - Quizvraag
Sara Burgerhart is geschreven door...
A
Betje Wolff en Aagje Deken
B
Betje Deken en Aagje Wolff
C
Betje Wolf en Aagje Dekens
D
Hieronymus van Alphen
Slide 22 - Quizvraag
Het wederzijds Huwelijksbedrog is...
A
Imaginair reisverhaal
B
Classicistisch toneel
C
Briefroman
D
Roman
Slide 23 - Quizvraag
Noem twee onderwerpen die vaak voorkomen in de gedichten van Van Alphen?
Slide 24 - Open vraag
Doel van Reize door het Apeland..
A
Vermaak
B
Kritiek leveren
C
Les leren
D
shockeren
Slide 25 - Quizvraag
Multatuli betekent...
A
Ik heb veel gedragen
B
Ik kan niets meer dragen
C
Ik heb veel kritiek gehad
D
Ik kan het niet meer aan
Slide 26 - Quizvraag
Waarom noemen we het DE Max Havelaar?
Slide 27 - Open vraag
Noem twee kenmerken van gedichten van Piet Paaltjens