8.4 Veranderingen in ecosystemen

Nectar 8.4
Veranderingen
in ecosystemen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nectar 8.4
Veranderingen
in ecosystemen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • factoren noemen die de populatiegrootte beïnvloeden
  • manieren noemen en kunnen gebruiken om populatiegroottes te bepalen of te schatten
  • uitleggen hoe een ecosysteem kan veranderen door verandering van abiotische en biotische factoren
  • eigenschappen van verschillende stadia van successie kunnen noemen
  • Uitleggen wat accumulatie is



Slide 2 - Tekstslide

Even herhalen

Slide 3 - Tekstslide

Geef een omschrijving voor populatie en populatiedichtheid

Slide 4 - Open vraag

Soort
een groep organismen die genetisch zoveel op elkaar lijken, dat ze onderling kunnen paren en vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. 

Populatie
alle individuen van een bepaalde soort binnen een bepaald gebied. 
Meestal vindt de voortplanting plaats met individuen binnen de populatie. Voorbeelden: de populatie reeën op de Veluwe, de populatie regenwormen in een grasveld

Populatiegrootte
het aantal individuen waaruit een populatie bestaat. De populatiegrootte is te bepalen aan de hand van cijfers voor geboorte, sterfte, immigratie en emigratie.

Populatiedichtheid
het aantal individuen per oppervlakte- of volume-eenheid.






Slide 5 - Tekstslide

Noteer de begrippen die nieuw zijn voor je in 8.4

Slide 6 - Open vraag

Bepalen populatiegrootte
De grootte van een populatie wordt weergegeven als populatiedichtheid (= het gemiddelde aantal individuen per oppervlakte-eenheid of volume-eenheid)

Manieren om de populatiegrootte te bepalen:
  • kwadrantmethode: tellen van aantallen in een 1m2 en dan omrekenen voor het gehele gebied
  • merken en terugvangen (zie de volgende uitlegvideo)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Stel dat je in een gebied 10 muizen vangt en merkt. Een maand later vang je 10 muizen, waarvan er twee zijn gemerkt. Hoe groot is de populatie muizen in dit gebied?

Slide 9 - Open vraag

Successie
  • Successie is het opeen volgen van planten en dieren
  • Bij successie veranderen de omstandigheden hier door kunnen er nieuwe planten en dieren in het systeem komen
  • Zo kan in de loop van de tijd een kaal duin veranderen in een bos

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Successie

Slide 12 - Tekstslide

Wat kan een voorbeeld zijn van successie? Welke opeenvolging past bij successie?
A
heide -> zand -> bos
B
bos -> moeras -> plas
C
strand -> duinen -> bos
D
steppe -> kale grond -> regenwoud

Slide 13 - Quizvraag

Wat verandert bij successie?
A
individu
B
populatie
C
leefgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 14 - Quizvraag

Het beginstadium van successie heet
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Noem 3 verschillen tussen pionierstadium en climaxstadium

Slide 17 - Open vraag

Accumulatie

Slide 18 - Tekstslide

Accumulatie is ...
A
.. het ophopen van gifstoffen in het milieu
B
.. het afbreken van gifstoffen door het milieu
C
.. het afbreken van gifstoffen door een ziekteverwekker
D
.. het ophopen van gifstoffen in organismen

Slide 19 - Quizvraag

accumulatie
= ophoping van schadelijk niet goed afbreekbare (=persistente) stoffen

Slide 20 - Tekstslide

Accumulatie
De persistente stoffen breken niet af, maar worden opgeslagen (in bijv vet). Omdat de biomassa van iedere volgende schakel kleiner wordt, maar de hoeveelheid gifstof hetzelfde blijft, neemt de concentratie met iedere schakel toe.

Slide 21 - Tekstslide

Accumulatie komt vooral voor bij prooidieren
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Bij welk niveau is de accumulatie het grootste probleem?
A
producent
B
consument 1ste orde
C
consument 2de orde
D
consument 3de orde

Slide 23 - Quizvraag

Geef een korte definitie van accumulatie

Slide 24 - Open vraag

Opdracht
Maak de vragen van 8.4

Slide 25 - Tekstslide

Welke onderwerpen of begrippen wil je bespreken in de volgende les?

Slide 26 - Open vraag