2.1 De macht van de koning deel 2

Vrijheid en Gelijkheid!
2.1 De macht van de koning  
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vrijheid en Gelijkheid!
2.1 De macht van de koning  

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
1. Herhaling vorige les
2. Intro filmpje 
3. Instructie Frankrijk rond 1750
4. Brief aan de koning
5. Controle leerdoelen 

Slide 2 - Tekstslide

Over welk tijdvak gaat dit hoofdstuk?
A
Pruiken en Revoluties
B
Pruiken en Stoommachines
C
Verlichting en Absolutisme
D
Verlichting en Revoluties

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent de Verlichting?

Slide 4 - Open vraag

Montesquieu
Rousseau
Koning wordt niet door God gekozen maar door het volk
De macht mag niet bij 1 persoon liggen maar bij meerdere groepen

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is de definitie van verlichting?
A
Een politieke ideologie uit de 20e eeuw.
B
Een religieuze beweging uit de middeleeuwen.
C
Een nieuwe manier van denken uit de 17e en 18e eeuw.
D
Een oude manier van denken uit de 19e eeuw.

Slide 6 - Quizvraag

Intro filmpje
Tijd van Pruiken en Revoluties
Frankrijk had toen Koning Lodewijk XVI en Koning Marie Antoinette

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Leerdoelen
1. Je weet wat begrippen als absolutisme/absoluut vorst en standenmaatschappij betekent. Je kan deze begrippen uitleggen. 

2. Je kan twee redenen noemen waarom de schatkist leeg was. 

3. Je kent de datum van het begin van de Franse Revolutie. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Instructie
Lodewijk XVI (16e) was de koning van Frankrijk. 
- Hij beslist alles zelf. Zijn wil was wet. 
- Hij mag alleen regeren. 
- Dit noem je absolutisme 

Slide 11 - Tekstslide

Wat is absolutisme?
A
Wanneer en koning bijna geen macht heeft
B
Als het volk het voor het zeggen heeft
C
Wanneer een koning alle macht heeft
D
Geen van alle

Slide 12 - Quizvraag

Instructie
Frankrijk had een standensamenleving.
-
 De 1e en 2e stand hoefden geen belasting te betalen maar mochten wel stemmen
95-97% van de bevolking hoorde bij de 3e stand. 
- Zij MOESTEN belasting betalen maar mochten niet stemmen.   
Samenleving die oneerlijk is opgedeeld is in verschillende groepen
een deel van je geld dat je moet geven aan de staat

Slide 13 - Tekstslide

1789: De schatkist is leeg
- Dure hofleven
- Oorlogen
- Oogsten mislukt (van een kale kip kan je niet plukken)

Staten-Generaal bij elkaar (eerste keer in 150 jaar) 



:
Instructie

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Instructie
- Alle standen komen bijeen om een oplossing te vinden voor de lege schatkist.
- Oplossing? MEER BELASTINGEN!
- Voor wie? Laten we erover stemmen!
         - Elke stand heeft 1 stem.


Slide 16 - Tekstslide

Theorie 
14 juli 1789: Bestorming van de Bastille
Begin van de Franse Revolutie 

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen nabespreken
1. Je weet wat begrippen als absolutisme/absoluut vorst en standenmaatschappij betekent. Je kan deze begrippen uitleggen. 

2. Je kan twee redenen noemen waarom de schatkist leeg was. 

3. Je kent de datum van het begin van de Franse Revolutie. 

Slide 18 - Tekstslide

Hoe goed heb jij de leerdoelen begrepen?
0100

Slide 19 - Poll

Leg in je eigen woorden uit wat absolutisme betekent

Slide 20 - Open vraag

Geef twee reden voor dat de schatkist van Lodewijk XVI leeg was

Slide 21 - Open vraag

Welke datum was de bestorming van de Bastille?
A
16 juli
B
14 juli
C
16 maart
D
14 maart

Slide 22 - Quizvraag

Aan de slag!
Opdrachten 8 t/m 11

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide