overstappgogramma

Overstapprogramma 3H>4M
Maatschappijleer verplicht SE

WELKOM! 
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Overstapprogramma 3H>4M
Maatschappijleer verplicht SE

WELKOM! 

Slide 1 - Tekstslide

deel 1:  POLITIEK
11:00 - 11:45 

Slide 2 - Tekstslide

Politiek =
het maken van keuzes en het nemen van besluiten over zaken die van algemeen belang zijn (= voor iedereen belangrijk)

Samen met de ambtenaren vormen politici 
de overheid

Slide 3 - Tekstslide

Welke zaken zijn van algemeen belang?
timer
1:00

Slide 4 - Open vraag

Hoe betalen we dat allemaal?
timer
1:00

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

2. Waarom zou iemand
politicus
willen worden?

Slide 7 - Woordweb

Maatschappelijk probleem
1. Betreft veel mensen
2. Er zijn veel verschillende meningen over het probleem
3. Media schrijven over het probleem
4. Voor de oplossing wordt naar de politiek gekeken

Slide 8 - Tekstslide

Wat is jouw mening? 
6 stellingen

Slide 9 - Tekstslide

Uitkeringen kunnen best wat lager
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 10 - Poll

Brommers moeten duurder worden, ze zijn slecht voor het milieu
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 11 - Poll

Het is niet goed als de een heel veel verdient en de ander heel weinig
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 12 - Poll

Er moeten hoge straffen komen, ook bij kleine misdrijven
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 13 - Poll

Meer geld naar de bejaardenzorg, zodat ouderen het beter krijgen
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 14 - Poll

Nederland moet de grenzen dicht doen, er zijn nu wel genoeg buitenlanders
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 15 - Poll

Democratie
Directe democratie = Inwoners stemmen over ieder probleem mee. (Dat is wel lastig met 17 miljoen mensen... )
Referendum = volksstemming over één belangrijk onderwerp

Slide 16 - Tekstslide

Democratie
Indirecte democratie = Inwoners kiezen politici, die namens ons de besluiten nemen. Deze politici noemen we ook wel volksvertegenwoordigers

Slide 17 - Tekstslide

Politieke partijen = groep mensen met dezelfde opvattingen over Nederland.
Lijsttrekker = gezicht van politieke partij
Partijprogramma = hierin staan de plannen van de partij

Slide 18 - Tekstslide

In de Tweede Kamer
150 zetels, 
verdeeld over de partijen. 
Meerderheid
= 75+1

Slide 19 - Tekstslide

        Meerderheid beslist
                            De Tweede Kamer moet het eens zijn 
met een wet
De meeste stemmen gelden (de meerderheid, 75+1 beslist)
Nog nooit 1 partij alleen 76 zetels
Daarom: samenwerking nodig => coalitie sluiten
Compromis sluiten 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

1. Links
Waarde: gelijkheid
Beschermen van kwetsbare mensen
daarom zijn er regels en wetten nodig (actieve overheid)


Slide 22 - Tekstslide

2. Midden (centrum)
Waarde: samenwerken
Zoeken de middenweg
Als het niet lukt met elkaar helpt de overheid

Slide 23 - Tekstslide

3. Rechts
Waarde: vrijheid
Mensen hebben eigen verantwoordelijkheid
daarom bemoeit de overheid zich beperkt (passieve overheid)


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

3 niveau's van politiek
1. Landelijk
2. Provincie
3. Gemeente

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

deel 2:  CRIMINALITEIT
11:50-12:15

Slide 29 - Tekstslide

Je wil 20 euro pinnen. De automaat geeft je zomaar 100 euro (er wordt 20 euro van je rekening afgeschreven).
Wat doe je?
A
Ik pak de 100 euro. Mooi meegenomen!
B
Ik bel de bank.
C
Ik breng het geld naar de bank.
D
Anders

Slide 30 - Quizvraag

Je komt erachter dat de partner van je beste vriend(in) heeft gezoend met een ander.
Wat doe je?
A
Ik zeg het tegen mijn vriend(in).
B
Ik dwing de partner het te vertellen.
C
Ik doe niets.
D
Anders

Slide 31 - Quizvraag

Je hebt een groepsopdracht op school gedaan. Jullie krijgen er een groepscijfer voor. Jij hebt niets uitgevoerd.
Wat doe je?
A
Ik doe niets.
B
Ik bied mijn groepsgenoten excuses aan. Verder niets.
C
Ik geef het aan bij de docent.
D
Anders

Slide 32 - Quizvraag

Wat is de overeenkomst?
  • Je wil 20 euro pinnen. De automaat geeft je zomaar 100 euro. Wat doe je?  
  • Je komt erachter dat het draadloze wifi-netwerk van de buren niet beveiligd is. Zo kun je gratis internetten. Wat doe je? 
  • Een vriend(in) vraagt of je eerlijk wil zeggen wat je van zijn/haar nieuwe outfit vindt. Je vindt het absoluut niet staan. Wat doe je?  
  • Je hebt een groepsopdracht op school gedaan. Jullie krijgen er een groepscijfer voor. Jij hebt niets uitgevoerd. Wat doe je?  
  • In de winkel koop je iets dat volgens het prijskaartje bij het product  
  • 15 euro kost. Maar dan kom je bij de kassa. De caissiΓ¨re zegt: 10 euro alsjeblieft. Wat doe je?  

Slide 33 - Tekstslide

Waarden en normen
Waarde = iets dat jij belangrijk vindt
Norm = de gedragsregel die daar uit voortkomt. 

Bijvoorbeeld: w= gezondheid / n= ik sport drie keer per week

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Samenleving
Wetten en regels
(op basis van waarden en normen!)
Wetboek van Strafrecht
strafbaar gedrag
Criminaliteit
alles wat volgens de wet strafbaar is gesteld (onderscheid misdrijven/overtredingen)

Slide 36 - Tekstslide

Rechtsstaat


Staat waarin rechten en plichten van burgers en de overheid
zijn vastgelegd (in een Grondwet). 

Door die Grondwet zijn burgers beschermd tegen de overheid. 




 

Slide 37 - Tekstslide

Rechtstaat

De politie mag niet zomaar van alles. De Overheid moet zich ook aan de wet houden. 

Wat zou de politie wel moeten mogen?
Veiligheid of vrijheid?

Criminelen doen hun best om niet gezien te worden. Communicatie gaat via 'geheime' plekken. 

Zou de politie niet meer moeten mogen om criminelen te pakken? 

Slide 38 - Tekstslide

Wie wordt crimineel?

Slide 39 - Woordweb

Risicofactoren
Persoonlijke omstandigheden die de kans op crimineel gedrag vergroten:
- gebrekkige opvoeding
- groepsdruk
- alcohol/drugs
- schooluitval
- biologische factoren
Maatschappelijke omstandigheden
Algemene omstandigheden die crimineel gedrag kunnen vergroten:
- slechte leefomstandigheden
- veranderde normen
- minder sociale controle

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Doelen van straffen?

Slide 42 - Woordweb

Strafeis:
openbaar aanklager
Vonnis:
bewezen? strafbaar? strafbare dader? straf?
Verdediging: advocaat

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Link

Ik vind het prima als de politie mij fouilleert. Alles voor onze veiligheid
voor
tegen

Slide 45 - Poll

De politie zou moeten kunnen meekijken met mijn WhatsApp gesprekken
voor
tegen

Slide 46 - Poll

deel 3:  DEBAT
JOUW MENING TELT!!! 
12:20-13:00

Slide 47 - Tekstslide