Paragraaf 3.5 Rijke steden, arm platteland

Welkom allemaal!
Je mag inloggen in lessonup.
Ga naar je theorie via SOM 3.5
Open je Word document met aantekeningen of pak je aantekeningenschrift erbij
Wacht rustig tot de les begint!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!
Je mag inloggen in lessonup.
Ga naar je theorie via SOM 3.5
Open je Word document met aantekeningen of pak je aantekeningenschrift erbij
Wacht rustig tot de les begint!

Slide 1 - Tekstslide

3.5 Rijke steden, arm platteland

Slide 2 - Tekstslide

§1 Arm en rijk binnen steden
Hoofdstuk 3: Arm en rijk in Nederland
§2 Veranderingen in oude arbeiderswijken
§3 Een onzeker bestaan
§4  Achterstandswijken verbeteren
Deelvraag:  Welke verschillen in arm en rijk zijn er tussen de verschillende delen van Nederland?
§5 Rijke steden, arm platteland

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Niet alleen binnen steden 
maar binnen Nederland is er verschil in welvaart.

Slide 5 - Tekstslide

Werk en inkomen
  • Voor de welvaart van de inwoners van een gebied kun je kijken naar het besteedbaar inkomen per huishouden.

  • Besteedbaar inkomen:  Het inkomen dat overblijft na aftrek van belastingen en premies.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide



  • Verschillen in inkomen heeft te maken met werk en opleiding.
  • Mensen die kunnen & willen werken = beroepsbevolking.
  • Beroepsbevolking groter dan werk = werkeloosheid.
  • Werklozen horen ook bij beroepsbevolking (uitkering).

Slide 8 - Tekstslide

Groeiende steden, leeglopend platteland
  • Arme mensen wonen in Nederland in grote steden en in landelijke gebieden.
  • Hoogopgeleiden trekken naar steden - daar is meer werk, meer studiemogelijkheden + meer voorzieningen.
  • Er wonen ook  veel laagopgeleide mensen in steden. Voor hen is niet genoeg werk.
  • Daarom veel werklozen in steden.

Slide 9 - Tekstslide

 In het landelijke gebieden = weinig werk, weinig studiemogelijkheden + weinig voorzieningen.

Vooral jongeren trekken weg uit landelijke gebieden.

Gevolg:  vergrijzing

Slide 10 - Tekstslide

Lage sociaal-economische status

Kenmerken van mensen met een lage sociaal - economische status:

  • Lage opleiding,
  • Laag inkomen,
  • Werk met weinig aanzien.
  • Ongezonde leefstijl. 
  • De mensen worden er minder oud.

Slide 11 - Tekstslide

Wat valt op?
In gebieden met rode kleur is de sociaal economische status lager. (meer armen).

In gebieden met de lichtgele kleur  (Randstad) hogere inkomens.

Slide 12 - Tekstslide

Leefbaar platteland 
  • Armoede is niet hetzelfde als ongelukkig zijn.
  • In landelijke gebieden meer schone lucht en minder geluidsoverlast.
  • Eigen eten verbouwen.
  • Vaak goedkoper wonen.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Ga naar SOM Today
Leermiddelen
Aardrijkskunde
2 vmbo t/h
Ga naar paragraaf 3.5 Rijke stede, arm platteland

We gaan een aantal opdrachten samen maken:
2   4  6  + 9

Slide 14 - Tekstslide

HERHALING
Paragraaf 3.5
Rijke steden, arm platteland 

Slide 15 - Tekstslide

Het opknappen van de woningen in een woonwijk noem je ook wel:
A
Renovatie
B
Sanering
C
Nieuwbouw
D
Armoedebeleid

Slide 16 - Quizvraag

Hoe noemen we de zogenaamde 'aandachtswijken' ook wel?
A
Achterstandswijken
B
Prachtwijken
C
Krachtwijken
D
Vogelaarwijken

Slide 17 - Quizvraag

Wat is vergrijzing?
A
De mensen krijgen steeds sneller grijs haar.
B
Er zijn meer jongeren dan ouderen
C
De groep mensen boven de 65 jaar wordt steeds groter.
D
De groep mensen boven de 50 jaar wordt steeds groter.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is GEEN oorzaak van vergrijzing
A
Babyboomgeneratie wordt 65+
B
Mensen krijgen minder kinderen
C
Toename van ziektekosten
D
Levensverwachting neemt toe

Slide 19 - Quizvraag

In deze bevolkingsgrafiek is vergrijzing te zien
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Waarom trekken jongeren veelal naar de Randstad?
A
beter wonen, rust en landelijk
B
beter werk, hoger inkomen
C
grotere huizen, lagere grondprijzen
D
Hogere opleidingen, betere ziekenhuizen

Slide 21 - Quizvraag

Waarom trekken jongeren veelal naar de Randstad?
A
beter wonen, rust en landelijk
B
beter werk, hoger inkomen
C
grotere huizen, lagere grondprijzen
D
Hogere opleidingen, betere ziekenhuizen

Slide 22 - Quizvraag

wat is besteedbaar inkomen?

Slide 23 - Woordweb

beroepsbevolking is:
A
mensen die een baan hebben
B
mensen die willen en kunnen werken
C
iedereen tussen de 18 en 65

Slide 24 - Quizvraag

Waar neemt de bevolking af in NL?
A
In de grote steden
B
In Zeeland, Groningen en Drente
C
In Noord en Zuid Holland
D
In Utrecht en Limburg

Slide 25 - Quizvraag

wat is de reden dat steden groeien?

Slide 26 - Woordweb

Wie trekken weg uit de landelijke gebieden?

Slide 27 - Open vraag

Wat is het gevolg als jonge mensen wegtrekken uit landelijke gebieden

Slide 28 - Open vraag