complement objet indirect

meewerkend voorwerp als persoonlijk voornaamwoord
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

meewerkend voorwerp als persoonlijk voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

vormen
me (m')
te (t')
lui 
nous 
vous 
leur

Slide 2 - Tekstslide

vormen
me (m')
te (t')
lui
nous
vous
leur

Slide 3 - Tekstslide

gebruik
om meewerkend voorwerp te vervangen in de zin

Slide 4 - Tekstslide

herkennen
In het Frans herken je het meewerkend voorwerp aan het voorzetsel à dat er voor staat
eventueel is dit au of aux

Slide 5 - Tekstslide

plaats in de zin
het persoonlijk voornaamwoord met functie meewerkend voorwerp zet je voor de persoonsvorm
staat er een heel werkwoord in de zin, dan zet je het persoonlijk voornaamwoord voor het hele werkwoord

Slide 6 - Tekstslide

Je veux écrire un e-mail aux copains
A
je veux les écrire un e-mail
B
je les veux écrire un e-mail
C
je veux leur écrire un e-mail
D
je leur veux écrire un e-mail

Slide 7 - Quizvraag

Je téléphone à ma copine Anne
A
Je lui téléphone
B
je téléphone lui
C
Je la téléphone
D
je téléphone la

Slide 8 - Quizvraag

J'ai donné la réponse au prof
A
j'ai lui donné la réponse
B
je lui ai donné la réponse
C
j'ai lui donné au prof
D
je la lui donné

Slide 9 - Quizvraag

tu ne vas pas parler aux parents
A
tu ne lui vas pas parler
B
tu ne lui pas vas parler
C
tu ne vas pas leur parler
D
tu ne leur vas pas parler

Slide 10 - Quizvraag