12.3 Het Hart

12.3 Het Hart     
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

12.3 Het Hart     

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Doel van de les
  • 13.3.1 Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
  • 13.3.2 Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Ligging van het hart
Het hart ligt tussen de beide longen in de borstholte, iets links van het midden. Het hart en de longen worden beschermd door de ribben en het borstbeen. Een hart is ongeveer zo groot als een vuist.

Slide 6 - Tekstslide

De buitenkant
Het hart is een holle spier opgebouwd uit twee helften. Elke helft bestaat uit twee delen: een boezem en een kamer. De kamers zijn gespierde holten. De boezems zitten als een soort ‘zakjes’ op de kamers. Over het hart lopen kleine slagaders en aders. Door de kransslagaders stroomt bloed met veel zuurstof en voedingsstoffen naar de hartspier. De kransslagaders zijn aftakkingen van de aorta. Door de kransaders stroomt bloed met veel koolstofdioxide en andere afvalstoffen weg van de hartspier.
Onderste holle ader
Bovenste holle ader
Rechterboezem
Linkerboezem
Aorta
Rechterkamer
Linkerkamer
Kransslagader
Kransader

Slide 7 - Tekstslide

De binnenkant
2 harthelften linker        en rechter
Elke harthelft een boezem         en een kamer
Kamers: sterke wand
Boezems: dunne wand
De helften worden gescheiden door de harttussenwand.
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7

Slide 8 - Tekstslide

Bloedsomloop in het hart
Zuurstofarm bloed uit de organen in het hoofd en uit de armen stroomt het hart binnen via de bovenste holle ader. Uit de organen in de romp en uit de benen stroomt zuurstofarm bloed het hart binnen via de onderste holle ader. Beide holle aders monden uit in de rechterboezem. Ook de kransaders komen uit in de rechterboezem.
Vanuit de rechterboezems stroomt het in de rechterkamer, die pompt het in de longslagader. Via de longaders stroomt het bloed terug naar de linkerboezem.
Nu gaat het bloed naar de linkerkamer en dan wordt het de aorta ingepompt zodat het naar alle organen van het lichaam gaat. 
Rechterboezem verzamelt bloed uit het lichaam en pompt het naar de rechterkamer
Klep tussen de rechterboezem en rechterkamer
Rechterkamer pompt bloed naar de longen
Linkerkamer pompt bloed naar het lichaam
Klep tussen linkerboezem en linkerkamer
Linkerboezem verzamelt bloed uit de longen en pompt het naar de linkerkamer
Holle ader zuurstofarm bloed gaat terug het hart in. 
Aorta zuurstoftijk bloed gaat naar het lichaam. 
Longslagader stroomt naar de longen. Zuurstofarm bloed. 
Longader komt van de longen. Zuurstofrijk bloed. 

Slide 9 - Tekstslide

Kransslagaders en Kransaders
  • Het hart gebruikt niet het zuurstof of de voedingstoffen uit het bloed dat het pompt
  • Het hart heeft wel veel zuurstof en voedingstoffen nodig.
  • Deze krijgt hij van de kransslagaders.
  • De afvalstoffen en koolstofdioxide worden weggevoerd door de kransaders.
  • Verstoppingen van de kransslagaders veroorzaken hartinfarcten. 

Slide 10 - Tekstslide

Hartkleppen
Om te voorkomen dat het bloed weer terugstroomt heeft het hart kleppen. 
De hartkleppen zitten tussen de boezems en de kamers (zodat het bloed niet terugstroomt in de boezems). De halvemaanvormige kleppen zitten tussen de kamers en de slagaders (zodat het bloed niet terug de kamers in stroomt). Op deze manier kan het bloed maar één kant op gaan. 
Halvemaanvormige klep
klep tussen linkerkamer en aorta
Hartklep
klep tussen boezem en kamer
Hartklep
klep tussen boezem en kamer

Slide 11 - Tekstslide

Hartklep open

Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.

Open: 
Er stroomt bloed vanuit de boezems in de kamers.
open
open

Slide 12 - Tekstslide

Hartklep dicht
Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.

Dicht: 
Er stroomt bloed uit de kamers.
Er kan geen bloed terugstromen naar de boezems.
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
dicht
dicht

Slide 13 - Tekstslide

Halvemaanvormige kleppen: open
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.

Open
Er stroomt bloed vanuit de kamers in de slagaders:

- de longslagader
- de aorta
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
beide open

Slide 14 - Tekstslide

Halvemaanvormige kleppen: dicht
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.

Dicht: Het bloed kan niet terugstromen naar de kamers
beide dicht

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

De boezems stromen vol met bloed uit de holle aders en longaders. De boezems trekken in beide harthelften gelijktijdig samen. De hartkleppen gaan open en het bloed stroomt de kamers in. De kamers zijn ontspannen.
Hartpauze. Zowel boezems als kamers zijn ontspannen. Het bloed stroomt uit de holle aders en de longaders in de boezems en gedeeltelijk al door in de kamers. De halvemaanvormige kleppen zijn gesloten. Daardoor kan het bloed uit de longslagader en de aorta niet terugstromen naar de kamers.
Als de kamers zijn volgestroomd met bloed, trekken de beide kamers samen. De hartkleppen slaan dicht. Het bloed kan niet terug de boezems in. De druk in de kamers stijgt. Als de druk in de kamers hoger is geworden dan de druk in de longslagader en in de aorta, worden de halvemaanvormige kleppen opengeduwd. Het bloed wordt tegelijkertijd in de longslagader en de aorta gepompt. Tijdens het samentrekken van de kamers zijn de boezems ontspannen.
Werking van het hart. 

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk! BIOLOGIE VOOR JOU!
Wat? 12.3 Het hart- 
Opdracht 1 t/m 11


Klaar? Test jezelf. 
Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

Slide 18 - Tekstslide

Zin in een quizje?

Slide 19 - Tekstslide

uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 20 - Quizvraag

Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer

Slide 21 - Sleepvraag

De hartkleppen vormen de scheiding tussen
A
Boezems en aders
B
Kamers en aders
C
Boezems en kamers
D
Boezems en slagaders

Slide 22 - Quizvraag

Waarmee wordt de rechter- en linker helft van het hart gescheiden?
A
hartkleppen
B
kleppen
C
harttussenwand
D
daar zit niets

Slide 23 - Quizvraag

hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 24 - Quizvraag

De hartkleppen zorgen ervoor dat bloed
A
sneller stroomt
B
niet terugstroomt in de boezems
C
niet terugstroomt in de kamers
D
langzamer stroomt

Slide 25 - Quizvraag

hoe heten de kleppen in de aorta en de longslagaders?
A
halve maan vormige kleppen
B
aderkleppen
C
hartkleppen
D
bloedkleppen

Slide 26 - Quizvraag