Nederlands 1A dinsdag 22 februari 2022

klasopstelling!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

klasopstelling!

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij Nederlands!
- ga rustig zitten
- leg je Nederlandse boek, schrift en etui klaar  

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- verder met de flyer!
- opdracht flyer schoolfeest maken



Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel deze les

- Je leert een flyer maken



Slide 4 - Tekstslide

Terugblik: Wat is een 'flyer'?

Korte tekst
Verspreid over een een klein blaadje
Grote afbeelding(en)
Veel opvallende lettertypes, kleuren en tekens
Gemaakt om enthousiast te maken

Slide 5 - Tekstslide

wat moet er precies of de flyer staan?
- kijk op de volgende slide naar het feedbackformulier

 - de flyer is voor cijfer!

Slide 6 - Tekstslide

Terugblik: feedbackformulier

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

creatieve opdracht!
Wat: kijk naar de voorbeelden van de flyer
Nu ga jij zelf een flyer ontwerpen voor een schoolfeest.

Denk aan de stappen 5xW + 1xH

Maak er iets moois van!





timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht: Maak een flyer

Jij zit in het team van leerlingen dat schoolfeesten organiseert.
Jij hebt de verantwoordelijkheid gekregen om de flyer voor het aankomende schoolfeest te maken. 
Het thema is: Superhelden vs. Slechteriken


Slide 11 - Tekstslide

Opdracht: Maak je eigen flyer
Iedereen schrijft zijn/haar eigen flyer.
Wie - De eerste klassen op het Griendencollege
Wat - Schoolfeest 'Superhelden vs. Slechteriken'.
Waar - De blauwe aula.
Waarom - Ter ere van het 50-jarig bestaan van Superman 
Wanneer - 20 februari 2022, van 20:00 tot 00:00
Hoe? - Kom verkleed!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

Slide 15 - Tekstslide

wat gaan we doen vandaag?

- Herhaling persoonsvorm
- Nieuw: Werkwoordelijk gezegde
- opdrachten maken

Slide 16 - Tekstslide

Persoonsvorm
De persoonsvorm kun je op drie manieren vinden in een zin:

1. De zin vragend maken
2. De tijd in de zin veranderen
3. Het aantal in de zin veranderen

De persoonsvorm is altijd een werkwoord!

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?
A
Een persoon
B
Geen werkwoord
C
Altijd een werkwoord!
D
Een voltooid deelwoord

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:

Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.


A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:

Elke vrijdagavond hang ik lekker op de bank
A
ik
B
hang
C
op de bank
D
elke vrijdagavond

Slide 20 - Quizvraag

De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld.
______
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?

De grizzlybeer kijkt naar mij.

Slide 22 - Open vraag

Waaruit bestaat het werkwoordelijke gezegde van een zin?
A
Het onderwerp + alle werkwoorden
B
Alle werkwoorden
C
Alle werkwoorden + lijdend voorwerp
D
De persoonsvorm + het lijdend voorwerp

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de onderstaande zin:

Ik heb een hele reep chocolade gegeten.
A
Ik
B
heb
C
heb gegeten
D
gegeten

Slide 24 - Quizvraag