Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
to be / have got
to be / have got
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
to be / have got
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Ontkenningen met 'to be' afkorten
Ontkenningen met 'is not' en 'are not' kan je ook afkorten.
Voorbeelden:
They are not the best --> They are
n't
the best
She is not the best --> She is
n't
the best
Bij 'am not' kan dat niet!
Slide 3 - Tekstslide
Hoe gebruik je het werkwoord 'to be' bij ontkenningen?
Bij ontkennende zinnen zet je 'not' achter de vorm van 'to be'.
Voorbeelden:
They are
not
lazy She is
not
here I am
not
eating
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Tekstslide
Wat betekent to be in het Nederlands?
A
zijn
B
zijn/worden
C
worden
D
heb
Slide 7 - Quizvraag
Welke vorm van to be hoort bij
I
A
is
B
are
C
am
D
be
Slide 8 - Quizvraag
Welke vorm van to be hoort bij
HE/SHE/IT
A
are
B
am
C
be
D
is
Slide 9 - Quizvraag
Welke vorm van to be hoort bij
WE
A
be
B
am
C
is
D
are
Slide 10 - Quizvraag
(to be)
We ..... at school.
A
am
B
are
C
is
Slide 11 - Quizvraag
Welke vorm van to be hoort bij
YOU
A
am
B
are
C
be
D
is
Slide 12 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
A
He am not
B
He are not
C
He is not
Slide 13 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
A
We am not
B
We are not
C
We is not
Slide 14 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
They ..... in the house.
A
'm not
B
're not
C
's not
Slide 15 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
I ..... into singing.
A
'm not
B
're not
C
's not
Slide 16 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
A
They am not
B
They are not
C
They is not
Slide 17 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
A
I am not
B
I are not
C
I is not
Slide 18 - Quizvraag
(to be)
He ..... my brother.
A
am
B
are
C
is
Slide 19 - Quizvraag
"have got" = hebben
1 persoon
I
have got ...
you
have got ...
he
has got ...
she
has got ...
it
has got ...
Have got is een lastiger ww...
meer personen
We
have got ...
You
have got ...
They
have got ...
Slide 20 - Tekstslide
Have got/ haven’t got
I have got / haven't got
you have got / haven't got
he, she, it
has got / hasn't
got
we have got / haven't got
you have got / haven't got
they have got/ haven't got
Slide 21 - Tekstslide
(to) Have got
A
Zijn
B
Hebben gehad
C
Hebben
D
Doen
Slide 22 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van 'have got' in:
My dad ... (have got) blue eyes.
A
has got
B
have got
C
had got
Slide 23 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van 'have got' in:
They ... (not - have got) three sisters.
A
hasn't got
B
have got
C
haven't got
D
has got
Slide 24 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
All grammar revision Unit 1
September 2024
- Les met
41 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Present Simple Q & N
Juni 2022
- Les met
38 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
to be and to have
September 2023
- Les met
39 slides
Engels
Basisschool
Groep 8
Have got review + an and a
September 2021
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
To be / Have got
Januari 2022
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,2
All Right! - Unit 1 - Present Simple
November 2023
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Unit 0 lesson 1 Articles, Pronouns, To be
September 2022
- Les met
43 slides
Engels
Basisschool
Groep 8
Plurals & Have got 1K
Oktober 2024
- Les met
50 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1