Facilitaire Dienst; receptie (taak 1 en 2)

Receptie
keuzevak Facilitaire Dienst
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Receptie
keuzevak Facilitaire Dienst

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bezoekers ontvangen
Als je bezoekers ontvangt ben je altijd vriendelijk. 
Zeg niet alleen vriendelijke dingen, maar zorg ervoor dat je gedrag ook vriendelijk is. 

Als receptiemedewerker ben je het visitekaartje van je bedrijf. Zorg dus dat je er schoon en verzorgd uitziet. 

Slide 2 - Tekstslide

Als je ‘goedemorgen’ zegt, maar je kijkt heel boos, dan is dat natuurlijk niet zo leuk voor de gast.

Waarom moet elke bezoeker op de bezoekerslijst noteren?
Dan kun je later opzoeken wie wanneer en hoe laat is gekomen en vertrokken.
En: bij brand of een andere calamiteit is het belangrijk om te weten wie in het gebouw aanwezig is.
Wat doet de receptionist fout?

Slide 3 - Tekstslide

1. Ze maakt eerst haar gesprek met haar collega af voordat ze de bezoeker vraagt of ze hem kan helpen. Dat is onbeleefd.
2. Ze biedt de bezoeker geen koffie of thee aan. Dat is niet gastvrij.
3. Ze schrijft de bezoeker niet op de bezoekerslijst. 
4. Ze loopt niet mee naar de wachtruimte. Dat is onbeleefd. Misschien weet de bezoeker de weg niet.
Wat doet de receptionist fout?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bezoek ontvangen
Achter de balie ben jij het aanspreekpunt
voor de bezoekers. Je bent als ware het
visitekaartje van het bedrijf. 


Je spreekt de bezoekers altijd aan:
  • met 2 woorden 
  • bezoekers aan met ‘u’
  • geen straattaal
  • niet te snel.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de afbeeldingen naar het juiste hokje. Is het wel of niet representatief?
Wel representatief
Niet representatief

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke waarneembare (wat de klant ziet) gedrag (wat je doet) kan wel en kan niet als je bezoekers ontvangt? Sleep ze naar het juiste hokje.
Dit gedrag kan absoluut niet
Dit gedrag mag wel
Rollen met je ogen
Zuchten als je het niet met de klant eens bent
kauwgomkauwen
Hoesten 
Met je collega overleggen
Met je collega roddelen over klanten 
Met je mobiel bezig zijn
Klant gericht zijn

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is representatief?
Wanneer je representatief wilt overkomen moet je denken aan het volgende:
  • Houding. Neem een rechte en open houding aan.
  • Uiterlijk. Wanneer je haar lang is moet het vast. Geen vieze nagels. Geen gebroken nagellak. Geen opvallende piercings.
  • Uitstraling. Niet rollen met je ogen, vriendelijk kijken etc.
  • Taalgebruik. Mensen aanspreken met U, geen scheldwoorden etc.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aan de slag:
werkboek blz 43-46: opdr 2, 3 en 4
blz 50-53: opdr 2 + doe-opdracht 3

Poster (opdr 3):
- 10 plaatjes, schrijf kenmerken er onder
- in Teams inleveren; digitaal of op papier (foto in Teams)
- werkboek opdr 3 verder invullen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies