Organiseren (1.1, 1.3 en 1.4)

Lessen examen Intercedent
Deze lessen bereiden je voor op het examen Intercedent. Voor de volgorde houden we de toetsmatrijs aan.
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Lessen examen Intercedent
Deze lessen bereiden je voor op het examen Intercedent. Voor de volgorde houden we de toetsmatrijs aan.

Slide 1 - Tekstslide

Organisatie
1.1 Soorten organisaties
1.3 Leiderschapsstijlen
1.4 Toepassing leiderschapsstijlen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Welk kenmerk van de organisatiecultuur zie je terug in het logo en de gebouwen van een organisatie?
A
Helden
B
Waarden
C
Rituelen
D
Symbolen

Slide 19 - Quizvraag

Hoe kan een manager
de bedrijfscultuur sterker maken?
A
Via waarden
B
Via Helden
C
Via symbolen
D
Alle drie de antwoorden zijn correct

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

In welke organisatiecultuur zijn de resultaten belangrijker dan de regels?
A
Machtsgerichte cultuur
B
Rolgerichte cultuur
C
Taakgerichte cultuur
D
Persoonsgerichte cultuur

Slide 22 - Quizvraag

In welke organisatiecultuur draait het vooral om afspraken en procedures?
A
Machtsgerichte cultuur
B
Rolgerichte cultuur
C
Taakgerichte cultuur
D
Persoonsgerichte cultuur

Slide 23 - Quizvraag

In welke organisatiecultuur is er één leider die alles bepaald?
A
Machtsgerichte cultuur
B
Rolgerichte cultuur
C
Taakgerichte cultuur
D
Persoonsgerichte cultuur

Slide 24 - Quizvraag

Welke organisatiecultuur kenmerkt zich door weinig procedures en regels en zet de medewerker centraal?
A
Machtsgerichte cultuur
B
Rolgerichte cultuur
C
Taakgerichte cultuur
D
Persoonsgerichte cultuur

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Welke stijl van leidinggeven spreekt jou als het meest aan als je werknemer zou zijn in een organisatie?
Autocratisch leiderschap
Consulterend leiderschap
Participerend leiderschap
Democratisch leiderschap
Laisser-faire

Slide 33 - Poll

Welke stijl van leidinggeven past zou jij kiezen als je leiding zou geven aan een organisatie?
Autocratisch leiderschap
Consulterend leiderschap
Participerend leiderschap
Democratisch leiderschap
Laisser-faire

Slide 34 - Poll

Situaties en leiderschapsstijlen
Je krijgt drie situaties. Kies bij elke situatie de leiderschapsstijl die jij zou kiezen. Zeg ook waarom...

Slide 35 - Tekstslide

Situatie 1: Klachten over Fatima
Jij hebt als direct leidinggevende al verschillende klachten over Fatima gehad. Zij zou potentiële klanten te amicaal of soms zelfs brutaal benaderen. Haar verkoopcijfers laten de laatste tijd ook te wensen over. Jij weet ook dat Fatima de laatste tijd de vestiging in komt zonder haar collega’s te begroeten. Die middag is er een werkbespreking gepland. Fatima gedraagt zich ongeïnteresseerd. Op een gegeven moment gaat zij zelfs zitten geeuwen tijdens jouw betoog.

Slide 36 - Open vraag

Situatie 2: Nieuwe vestiging
Jullie huidige groothandel draait zo goed dat is besloten om een tweede vestiging te openen in de plaats Heideveld. Jij gaat die nieuwe vestiging leiden. Een aantal medewerkers zal met je meegaan naar de nieuwe zaak. Er is jou gevraagd om aan te geven welke medewerkers in jouw team mogen blijven.

Slide 37 - Open vraag

Situatie 3: Een extraatje

De directie vindt dat alle vijftig medewerkers een extraatje verdiend hebben. Maar wat moet dat worden? Geld, een snoepreisje, een groot feest? Stel dat jij dit zou moeten organiseren.


Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Leg in één zin uit wat ‘transformationeel leiderschap’ inhoudt.

Slide 46 - Open vraag

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Tot slot... kies de leiderschapsstijl

Slide 49 - Tekstslide

4

Slide 50 - Video

01:02
Welke leiderschapsstijl gebruikt Harry Potter? Betrek in je antwoord ook de theorieën van Blake en Mouton door een score in de managerial grid te bepalen. Bepaal ook de taakvolwassenheid van de leerlingen van Harry en benoem de management by-techniek die hij gebruikt. Leg bij al je antwoorden steeds zo goed mogelijk uit waarom je dat vindt.

Slide 51 - Open vraag

02:16
Welke leiderschapsstijl gebruikt de Amerikaanse commandant?

Betrek in je antwoord ook de theorieën van Blake en Mouton door een score in de managerial grid te bepalen. Bepaal ook de taakvolwassenheid van de officieren van de Amerikaanse commandant en benoem zo mogelijk de management by-techniek die hij gebruikt. Leg bij al je antwoorden steeds zo goed mogelijk uit waarom je dat vindt.

Slide 52 - Open vraag

03:36
Welke leiderschapsstijl gebruikt legeraanvoerder William Wallace in fragment 3?

Betrek in je antwoord ook de theorieën van Blake en Mouton door een score in de managerial grid te bepalen. Bepaal ook de taakvolwassenheid van de mannen van William Wallace en benoem zo mogelijk de management by-techniek die hij gebruikt. Leg bij al je antwoorden steeds zo goed mogelijk uit waarom je dat vindt.

Slide 53 - Open vraag

04:47
Welke leiderschapsstijl gebruikt Elrond in het laatste fragment?

Betrek in je antwoord ook de theorieën van Blake en Mouton door een score in de managerial grid te bepalen. Bepaal ook de taakvolwassenheid van de aanwezigen en benoem zo mogelijk de management by-techniek die Elrond gebruikt. Leg bij al je antwoorden steeds zo goed mogelijk uit waarom je dat vindt.

Slide 54 - Open vraag