Geschiedenis les 1: voor de watersnoodramp

Aan het einde van deze les
Weet ik hoe Zeeland er uit zag voor de Watersnoodramp
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Aan het einde van deze les
Weet ik hoe Zeeland er uit zag voor de Watersnoodramp

Slide 1 - Tekstslide

Kennis: Aan het einde van de les weten de kinderen hoe Nederland er uit zag voor de ramp. Dat Zeeland bestond uit kleine eilanden en dat t.g.v. water het land is veranderd tot wat het nu is. Zij leren dat er in ons land Romeinen en Vikingen hebben geleefd
  
Vaardigheden: Aan het einde van de les hebben de kinderen kennis gemaakt met het canon van Nederland en kunnen zij aanwijzen waar in de geschiedenis de watersnoodramp heeft plaatsgevonden..
Ik laat de kinderen rekenen en opzoeken waar Middelburg, Zierikzee, Veere en Vlissingen liggen. Ook laat ik ze opzoeken waar De Schelde en de Maas het land binnenstromen..  
Opzoeken van het begrip:inpolderen.
Houding:  Aan het einde van de les begrijpen de kinderen dat  er altijd een gevecht is geweest tegen het water. en dat wij mensen kwetsbaar zijn en zuinig moeten zijn op onze natuurlijke bronnen en leefomgeving. Dat wij mensen inventief zijn in het oplossen van problemen en rampen en dat wij dit op een goede manier kunnen inzetten. Wereldwijd maken mensen gebruik van onze knowhow in watermanagement.
  
Taaldoel: dictee: watersnoodramp, storm, eb, vloedgolf, delta, hoogwater, verdedigingsburchten, inpoldering, abdij, eilanden.

Maar eerst 

nog even een korte terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Controle van Begripvragen in de volgende quizvragen
Wanneer was de watersnoodramp
A
1632
B
1999
C
1953
D
vorige week

Slide 3 - Quizvraag

Voorkennis opfrissen
In welke provincie vond de watersnoodramp plaats?
A
Friesland
B
Limburg
C
Zeeland
D
Noord-Holland

Slide 4 - Quizvraag

Voorkennis opfrissen
Waar
Niet waar
De watersnoodramp vond plaats in 1953.
Er stroomde water uit de Noordzee aan land.
Het gebeurde in de middag.
Iedereen werd op tijd gered.
De watersnoodramp gebeurde in de winter.
Er stroomde water uit de Noordzee aan land.

Slide 5 - Sleepvraag

Voorkennis opfrissen
Een land ontstaan vanuit het water
De rivieren De Schelde en de Maas verdeelden de zandvlakten in eilanden;

Zo’n 15.000 jaar geleden vestigden zich de eerste mensen in dit gebied;

Van oudsher werd hier landbouw bedreven;

Rond het begin van de jaartelling werd Zeeland een handelsgebied door de komst van de Romeinen. 

Slide 6 - Tekstslide

Bij deze sheet beginnen met de daadwerkelijke geschiedenisles. Wij gaan terug naar het moment dat Zeeland ontstond. 

De schelde en de Maas  de kinderen laten opzoeken in een volgende sheet.
De leerlingen laten berekenen hoeveel 15.000 is min het begin van de geschiedschrijving.

Vraag: wat is landbouw 
Antwoord: akkerbouw, weidebouw, veehouderij, pluimveehouderij, tuinbouw, 



Slide 7 - Link

Zoek op de kaart waar de schelde en de maas het land binnenkomen
15.000 jaar geleden...
Slinger door het Canon van Nederland in de volgende sheet

en bereken wanneer Zeeland is ontstaan in de Christelijke Jaartelling;

ga op zoek naar de watersnoodramp;

tussen welke gebeurtenissen in de Nederlandse geschiedenis staat deze ramp? 

Slide 8 - Tekstslide

Om de leerlingen te laten ervaren hoelang geleden het land ontstond  kennis laten maken met het Canon van Nederland.

- l.l. berekenen hoeveel jaar er tussen het eerste moment van geschiedenis aanduiding zit en hoeveel jaar er tussen dat moment en het jaar van het "ontstaan van Zeeland  zit" 

- zij gaan op zoek in de tijdbalk van Nederland naar het moment van de watersnoodramp.

Slide 9 - Link

l.l. leren hier het (vernieuwde) canon van Nederland kennen. 


Na de bezetting door de Vikingen rond 850 na Christus, zijn er overal verdedigingsburchten gebouwd. Delen van deze burchten zijn tegenwoordig nog te zien in bijvoorbeeld Oostburg en Oost-Souburg. Daarna waren grote delen van Zeeland in handen van Vlaamse abdijen. Zij maakten de eilanden wat groter door inpoldering.

Slide 10 - Tekstslide

de leerlingen kort een aantal belangrijke periodes in de geschiedenis vertellen
Wat is inpolderen?
timer
1:00

Slide 11 - Open vraag

en vraag de leerlingen op zoek te gaan naar wat inpolderen is. 

Actief mee laten doen


Diepte- en hoogtepunten wisselen zich af
Sinds de middeleeuwen zijn Zeeuwen in gevecht met water voor hun land. Er is een gebeid in Zeeland dat heet "Het Verdronken Land van Saeftinge" 

Waarom noemen de Zeeuwen dit land zo?


De 16e en 17e eeuw waren voor Zeeland één hoogtepunt. 
Middelburg, Vlissingen, Veere en Zierikzee hadden als havensteden een grote rol in de Lage Landen. 

Zoek maar op waar deze steden liggen in de volgende sheet!

Slide 12 - Tekstslide

in deze sheet het moment terug brengen naar het waterprobleem. 

De leerlingen vragen naar hoe het kan dat de Zeeuwen zo'n gevecht met water hebben. Deze informatie moeten zij voorhanden hebben uit de Aardrijkskunde les. Zij horen te weten dat Nederland gedeeltelijk onder de zeespiegel ligt. (CvB) 
Ik breng het onderwerp dichter bij de leerling en vraag wie er wel eens in Zeeland is geweest. Ik geef hier leerlingen ruimte om over te praten. 

Dan gaan wij door naar een hoogtepunt in de geschiedenis de 16 en 17e eeuw? 
Weer naar het Canon verwijzen en laten zoeken wat er rond die periode nog meer afspeelde?

Ik geef de leerlingen in de volgende sheet en korte Aardrijkskundeles

Slide 13 - Link

Een kort Aardrijkskundelesje

Bij deze sheet gaan de leerlingen zelfstandig aan de slag en gaan op zoek naar de steden Zierikzee, Middelburg, Vlissingen en Veere.
Zeeland is door zijn ligging altijd van strategisch belang geweest. In de Tweede Wereldoorlog hadden veel dorpen en steden daarom te lijden van bombardementen en gevechten. Aan het eind van de oorlog werd een felle strijd gevoerd voor een vrije doorgang over de Westerschelde. Deze Slag om de Schelde speelde een sleutelrol bij de bevrijding van Nederland. Veel militairen en Zeeuwen verloren het leven tijdens de gevechten

Slide 14 - Tekstslide

Wij gaan door naar de Tweede Wereldoorlog.

Ik vraag de leerlingen wat wij bedoelen met een strategische ligging. 

Uitleg: Poolse, Canadese en Britse militairen vochten tegen de Duitse bezetter. Het doel: een vrije doorgang via de Westerschelde naar Antwerpen creëren. De Belgische haven was. belangrijk voor de geallieerden, omdat via die doorgang troepen en wapens naar het Europese vasteland konden worden vervoerd.  
De Duitsers belemmerden in eerste instantie de vrije doorgang, omdat zij de oevers van de zeearm nog in handen hadden. De Slag om de Schelde duurde een maand. Zo’n 12.000 Canadese militairen werden ingezet om ongeveer 86.000 Duitsers te verdrijven.  
Na de Slag om de Schelde duurde het nog maanden tot de rest van Nederland was bevrijd. Dat komt doordat de geallieerden de noodzaak ervan niet inzagen, Als Antwerpen begin december 1944 eindelijk als aanvoerhaven functioneert, is er voor de geallieerden geen enkele reden meer om verder op te trekken naar Rotterdam of Amsterdam. Dat is een lastig te veroveren gebied en er valt niets te halen.
bron
Vraag: Weten de leerlingen wie de geallieerden waren? 

Antwoord: De geallieerden in de Tweede Wereldoorlog waren de landen die streden tegen de asmogendheden, oftewel: Duitsland, Italië en Japan.\
bron. musuem watersnood. wiki
Een verschrikkelijke ramp!

Slide 15 - Tekstslide

Een verschrikkelijke ramp.

Ik laat de leerlingen naar de sheet kijken en te reageren. dan gaan wij over naar het woordweb op de volgende sheet.

In de lessen Aardrijkskunde is naar dit moment al veel aandacht gegaan.
Watersnoodramp

Slide 16 - Woordweb

Gezamenlijk maken wij de het web af. Alle begrippen die de leerlingen hebben geleerd m.b.t. de watersnoodram[ komen nog eens terug. 
Deze geschiedenisles eindig ik met een dictee.
Dictee Geschiedenisles l

Slide 17 - Tekstslide

1. watersnoodramp
2. storm
3. springtij
4. eb
5. vloedgolf
6. delta
7. hoogwater
8. oorlog
9. verdedigingsmechanisme 
10. inpolderen
11. eilanden
12. abdij
10. inpolderen
11. abdij
12. eilanden