Voorbereiden Toets Nu Nederlands Signaalwoorden en verwijzen 3F
Voorbereiden Toets Verwijzen en signaalwoorden 3F
(Nu Nederlands 3F)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Voorbereiden Toets Verwijzen en signaalwoorden 3F
(Nu Nederlands 3F)
Slide 1 - Tekstslide
Doel:
Aan het einde van de les heb je geoefend met verwijswoorden en signaalwoorden en weet je wat je nog moet leren voor de Toets Verwijswoorden en signaalwoorden
22 april 2021
(op papier)
Slide 2 - Tekstslide
Verijswoorden ??
Slide 3 - Woordweb
Welke drie verwijswoorden moeten er in deze zin ingevuld worden?
Ondanks dat ...... het formulier niet ingevuld hebben, kunnen we een uitzondering maken voor ..... . Ze moeten ...... bij aankomst dan alsnog invullen.
Slide 4 - Open vraag
Welke verwijswoorden moeten er in deze zin ingevuld worden?
De organisatie moet volgend jaar dertig nieuwe werknemers aannemen, omdat ..... een enorme groei heeft doorgemaakt en ...... huidige werknemers de werkdruk niet aankunnen. ...... is enorm hoog door het gelijktijdig vertrek van de directeur.
Slide 5 - Open vraag
Welke verwijswoorden moeten er in de zin ingevuld worden?
Mijn neefjes zijn morgen jarig en ik geef ...... een skateboard cadeau. ...... past ongetwijfeld bij ...... leeftijd.
Slide 6 - Open vraag
Welke verwijswoorden moeten in de zin ingevuld worden?
Volgens ....... heeft Stefan het werkstuk gisteren op tijd ingeleverd. .... zou ..... na schooltijd in het postvakje van de docent hebben gelegd.
Slide 7 - Open vraag
Vul in -wie- of -waar- met het juiste voorzetsel.
De collega ............ ...... ik wel eens een woordenwisseling heb gehad, klaagde gisteren over de directeur ........ ...... hij commentaar had gekregen op zijn gedrag.
Slide 8 - Open vraag
Vul in: -wie- of -waar- met het juiste voorzetsel.
De werknemers ..... ...... we nu al weten dat zij komen, krijgen een toegangspas .... ....... ze het gebouw kunnen betreden.
Slide 9 - Open vraag
De onderwerpen .............. je spreekt, zal ik meenemen in het functioneringsgesprek van Jan, ................. ik om 14.00 uur een afspraak heb.
A
waarover
waarmee
B
over wie
met wie
C
over wie
waarmee
D
waarover
met wie
Slide 10 - Quizvraag
Welke zin is juist?
A
Het verslag wat hun hebben ingeleverd, bevat nog al wat fouten.
B
De werknemers waarmee ik nog niet heb gesproken, kunnen zich melden aan het loket.
C
Het was niets voor hen om te laat te komen bij de directeur met wie ze een duidelijke afspraak hadden.
D
Omdat die klanten niet tevreden waren, heb ik ze een extra korting op de volgende aankoop aangeboden.
Slide 11 - Quizvraag
welke zin is juist?
A
Paragliden is het leukste dat ik in de hele vakantie heb gedaan.
B
Het bericht zou ons veel eerder bereikt hebben, als het via Whatapp was verstuurd.
C
Het oude museum aan de gracht wat altijd zoveel bezoekers trekt, wordt nog steeds gerund door personeel dat tien jaar geleden aangenomen is.
D
Het ergste dat je kunt overkomen als student, is een huisgenoot die zijn rommel nooit opruimt.
Slide 12 - Quizvraag
Signaalwoorden ?????
Slide 13 - Woordweb
Wat zijn de juiste signaalwoorden?
........ Tim zich verslapen had, kwam hij precies op tijd op school ..... kon hij om half negen starten met de toets.
A
Desondanks
en
B
Hoewel
zodat
C
Hoewel
kortom
D
Hoewel
en
Slide 14 - Quizvraag
Wat zijn de juiste signaalwoorden?
..... je het verslag niet op tijd inlevert, kun je niet deelnemen aan de presentatie ..... kun je geen aanspraak maken op een herkansing.
A
Indien
Bovendien
B
Indien
Zodat
C
Hoewel
Bovendien
D
Hoewel
Zodat
Slide 15 - Quizvraag
Wat zijn de juiste signaalwoorden?
Alle medewerkers hadden zich ingeschreven voor de cursus ...... de cursusleider was verhinderd ..... werd de cursus verzet naar 10 april.
A
tenzij
maar
B
maar
desondanks
C
tenzij
daarom
D
maar
daarom
Slide 16 - Quizvraag
Welke soorten tekstverbanden ken je?
Slide 17 - Woordweb
Kies het juiste tekstverband.
De voorzitter van de vergadering nam de leiding, zodat de discussie kalm verliep.
A
conclusie
B
doel-middel
C
oorzaak-gevolg
D
tijd
Slide 18 - Quizvraag
Kies het juiste tekstverband.
Door de overname van het bedrijf is de balans flink naar Azië verschoven. Desondanks is 40% van de winst nog steeds afkomstig uit Europa.
A
doel-middel
B
opsomming
C
tegenstelling
D
voorwaarde
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het juiste tekstverband?
Artsen raden aan om besmette kinderen niet naar school te sturen, omdat het virus zich razendsnel verspreidt.
A
conclusie
B
oorzaak-gevolg
C
reden
D
toelichting
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het juiste tekstverband?
Ik heb net gehoord dat de voetbaltrainer ziek is en dat zijn vervanger vanavond naar een vergadering moet, dus de training gaat helaas niet door.
A
conclusie
B
oorzaak-gevolg
C
samenvatting
D
toelichting
Slide 21 - Quizvraag
Wat is het juiste tekstverband?
De docent deelde de toets uit en nam eerst de opgaven door. Vervolgens kregen we 40 minuten de tijd om de toets te maken.
A
opsomming
B
reden
C
tijd
D
toelichting
Slide 22 - Quizvraag
Wat heb je geleerd?
Slide 23 - Open vraag
Ben je nu goed voorbereid voor de toets van 29 maart 2021?