Werkwoordstijden: ott, ovt, vtt, vvt, ottt, ovtt, vttt, vvttStappenplan:
1. HWW-vorm van hebben of zijn? Ja >> voltooid (v) Nee>> onvoltooid (o)
2. Staat de pv in tt? Ja>> tegenwoordig (t) Nee>> verleden (v)
3. Staat er een vorm van zullen in de zin? Ja>> (t) toekomende tijd Nee>> niets opschrijven
4, Schrijf op plaats 3 of 4 de t van tijd.
Oefenen
Wij hebben ons lang genoeg vermaakt in de dierentuin
Het regende pijpenstelen toen we naar huis gingen
We zouden dus moeten schuilen.
Of zullen we een hamburger gaan eten? Dat hadden we eerder moeten bedenken.