In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe heet bot nr 3?
A
Bovenarm
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Opperarmbot
Slide 2 - Quizvraag
Hoe heet bot nr 9?
A
Dijbeen
B
Kuitbeen
C
Scheenbeen
D
Knieschijf
Slide 3 - Quizvraag
Hoe heet bot nr 14?
A
Rib
B
Sleutelbeen
C
Wervel
D
Borstbeen
Slide 4 - Quizvraag
Uit welke delen bestaat het skelet?
A
schedel en ledematen en armen
B
romp, ledematen en armen en benen
C
schedel,romp, ledematen
D
schedel,romp,ledematen en armen en benen
Slide 5 - Quizvraag
Wat zit er tussen de wervels?
A
kraakbeen
B
botten
C
niks
Slide 6 - Quizvraag
Wat wordt er beschermd door onze borstkas
A
maag en nieren
B
hart en longen
C
hersenen
D
darmen en maag
Slide 7 - Quizvraag
Wat wordt er beschermd door onze schedel?
A
longen
B
hart
C
darmen
D
hersenen
Slide 8 - Quizvraag
Is vorm geven een van de functies van ons skelet?
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quizvraag
Welke functies heeft ons skelet?
A
vormgeven, bescherming, stevigheid
B
vormgeven, stevigheid, beweging
C
beweging, vormgeven, stevigheid, bescherming
Slide 10 - Quizvraag
De botten van baby's bestaan hoofdzakelijk uit ..
A
kalk
B
lijmstof
Slide 11 - Quizvraag
Als je een beweging maakt, heb je altijd ten minste 2 spieren nodig. Hoe heet het mechanisme om met 2 spieren een beweging te kunnen maken?
A
tegengestelde beweging
B
antagonisme
C
gonistische beweging
D
samenwerkign
Slide 12 - Quizvraag
Een spier zit aan het bot vast met..
A
de spierbuik
B
de pezen
C
de spiervezels
D
het spiervlies
Slide 13 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de lengte van een spier als je deze aanspant?
A
de spier wordt lang en uitgerekt
B
de spier wordt korter en dikker
C
er gebeurt niets met de spier
D
de pees wordt langer
Slide 14 - Quizvraag
Deze beenverbindingen zijn niet beweegbaar
A
beenverbinding 1 en 2
B
beenverbinding 1 en 4
C
beenverbinding 2 en 3
D
beenverbinding 3 en 4
Slide 15 - Quizvraag
Welk zintuig hoort bij de zin? Je ziet dat het buiten regent
A
Huid
B
Neus
C
Oren
D
Ogen
Slide 16 - Quizvraag
Welk zintuig hoort bij de zin? Je voelt dat er kleingeld in je zak zit
A
Huid
B
Neus
C
Oren
D
Ogen
Slide 17 - Quizvraag
Welk zintuig hoort bij de zin? Je proeft dat de melk zuur is
A
Ogen
B
Neus
C
Oren
D
Tong
Slide 18 - Quizvraag
Welke prikkel hoort bij het zintuig?
Ogen
Oren
Neus
Tong
Geluid
Geur
Licht
Smaak
Slide 19 - Sleepvraag
Welke prikkel hoort bij het zintuig?
Een invloed uit de omgeving
Een seintje dat via de zenuw naar de hersenen gaat
Orgaan dat een impuls afgeeft als het wordt geprikkeld
Hier wordt je je bewust van prikkels
Hersenen
Impuls
Prikkel
Zintuig
Slide 20 - Sleepvraag
Beschermen de wimpers de ogen?
A
ja
B
nee
Slide 21 - Quizvraag
Liggen de zintuigen waarmee je voelt in de opperhuid?
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quizvraag
Verbindt de buis van Eustachius het oor met de keelholte?
A
ja
B
nee
Slide 23 - Quizvraag
Zijn geluiden trillingen van de lucht?
A
ja
B
nee
Slide 24 - Quizvraag
Moet je bij een brandwond altijd de dokter bellen?
A
ja
B
nee
Slide 25 - Quizvraag
De huid bestaat uit de hoornlaag, de lederhuid en de kiemlaag. Wat is de juiste volgorde, van buiten naar binnen?
A
Hoornlaag – kiemlaag – lederhuid
B
Kiemlaag – hoornlaag – lederhuid
C
Lederhuid – kiemlaag – hoornlaag
Slide 26 - Quizvraag
Waartegen beschermt de hoornlaag?
A
Tegen afkoeling
B
Tegen uitdroging
C
Tegen verbranding
Slide 27 - Quizvraag
In een oor kunnen geluidstrillingen door onder andere de gehoorbeentjes, de gehoorgang en het trommelvlies gaan.
Wat is de juiste volgorde van deze delen, van buiten het oor naar binnen?
A
Gehoorbeentjes – gehoorgang – trommelvlies
B
Gehoorgang – trommelvlies – gehoorbeentjes
C
Trommelvlies – gehoorbeentjes – gehoorgang
Slide 28 - Quizvraag
Koen vraagt zich af hoe apen met elkaar leren communiceren. Hij denkt dat dit communicatiegedrag aangeleerd is. Zijn klasgenoot denkt dat dit gedrag aangeboren is. Koen maakt een plan voor een onderzoek.
Wat is de onderzoeksvraag die bij het onderzoek van Koen hoort?
A
Op welke leeftijd leren apen met elkaar communiceren?
B
Is het communicatiegedrag van apen aangeleerd of aangeboren?