2vwo can, could, should and have to

Welcome everybody 
Aim of this lesson: At the end of this lesson I can use the modal verbs: can could, should and have to correctly in a sentence.

What is the worst thing about Pokemon jokes?

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome everybody 
Aim of this lesson: At the end of this lesson I can use the modal verbs: can could, should and have to correctly in a sentence.

What is the worst thing about Pokemon jokes?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

You can't catch them all

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Modal verbs: when to use what? 

Modal verbs are auxiliary verbs (hulpwerkwoorden). 
What is interesting about the picture on the previous slide?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


  Advice

Obligation

Permission
Can
Have to
Should

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Can
Je gebruikt can om te praten over
  • wat mogelijk is
  • wat mensen, dieren en dingen kunnen doen (en niet kunnen doen)
  • toestemming

- Stress can cause health problems.
- You cannot come into my room.
- Can I go to the library?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Could 
You use could to talk about,
  • wat mensen, dieren en dingen konden doen in het verleden
  • toestemming in het verleden
  •  wat mogelijk is in de toekomst
- Could you read when you were 5 years old?
- Stop it! Someone could get hurt.
- We couldn't go outside after 8 pm.
- She could cycle to school instead of taking the bus.



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je gebruikt should om advies te geven:

- You should eat something.
- Should we leave early?

Je gebruikt have to om te praten over verplichtingen: er is geen keuze, je moet het doen

- We have to fill out this form first.
Je kan not gebruiken met have to om te zeggen dat er geen verplichting is: er is een keuze.

- She does not have to be a member to join this workshop.
 





Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- je voegt geen -s toe aan de woorden can, could en should  na he/she/it. 
- he can run really fast.

Na can, could en should gebruik je het werkwoord zonder to


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rewrite the sentence using the modal:
She takes a first aid kit with her to work. (have to)
timer
0:40

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rewrite the sentence using the modal:
Doctors cure a lot of diseases nowadays. (can)
timer
0:40

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Write down the sentence & add a modal:
rest - Vincent's - for a while - his arm
timer
0:50

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the correct modal+ verb
(options: can, could, should or have to) (geen afkortingen voor not)

You _______( go) to the doctor, because your hand looks painful.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the correct modal+ verb
(options: can, could, should or have to) geen afkortingen voor not

They _______(not, hear) the music very well, because they are at the back.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the correct modal+ verb
(options: can, could, should or have to) geen afkortingen voor not

We _________(not, finish) our homework, because we went out.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the correct modal+ verb
(options: can, could, should or have to) geen afkortingen voor not

My mum says I _________ (do) my homweork before I can go out.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the correct modal+ verb
(options: can, could, should or have to) geen afkortingen voor not

You _______ try drinking tea if you don't like the taste of water.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the correct modal+ verb
(options: can, could, should or have to) geen afkortingen voor not

I _______(not, cycle) because my bike had a flat tire.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the correct modal+ verb
(options: can, could, should or have to) geen afkortingen voor not

She ________(not, eat) any more food because she was full.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the correct modal+ verb
(options: can, could, should or have to) geen afkortingen voor not

He _______(hear) the train coming before it arrived.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aim of this lesson: At the end of this lesson I can use the modal verbs: can could, should and have to correctly in a sentence.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies