In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Rekenen: Kredietkosten
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel:
Kredietkosten van een lening kunnen berekenen
Slide 2 - Tekstslide
Aflossen
hypotheeklening
Je moet het geld wel altijd terugbetalen.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Maandtermijn
= AFLOSSING + RENTE
Aflossing: het deel wat je moet terugbetalen van het geleende bedrag
Rente: bedrag dat je EXTRA moet betalen aan de bank, dit is een soort van vergoeding. Hier verdient de bank aan.
Slide 5 - Tekstslide
Als ik dus €1000 euro leen, moet ik 12 maanden lang €100 betalen
12 x €100 = €1200 in totaal (€1000 heb ik geleend)
Hoeveel betaal ik dus aan rente? / wat zijn de kredietkosten?
€1200 - €1000 = €200 = Kredietkosten
Lening in euro’s
12 maanden
24 maanden
36 maanden
1.000
€100
€50
€28
2.000
€200
€115
€70
4.000
€380
€215
€123
Slide 6 - Tekstslide
Je leent €2000 en het heeft een looptijd van 24 maanden.
Wat zijn de kredietkosten?
Lening in euro’s
12 maanden
24 maanden
36 maanden
1.000
€100
€50
€28
2.000
€200
€115
€70
4.000
€380
€215
€123
Slide 7 - Tekstslide
Je leent €4000 en het heeft een looptijd van 36 maanden. Wat zijn de kredietkosten?
Slide 8 - Tekstslide
Herhaling procenten
Iris krijgt van haar ouders zakgeld & kleedgeld, daarnaast heeft ze een bijbaantje. In totaal heeft zij €90 aan inkomsten per maand. 30% is zakgeld 25% is bijbaantje en 55% is kleedgeld.
Bereken welk bedrag zij per maand krijgt van haar ouders
Slide 9 - Tekstslide
Iris krijgt van haar ouders zakgeld & kleedgeld, daarnaast heeft ze een bijbaantje. In totaal heeft zij €90 aan inkomsten per maand. 30% is zakgeld 25% is bijbaantje en 55% is kleedgeld. Bereken welk bedrag zij per maand krijgt van haar ouders