In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Monniken en Ridders
De Vikingen
Slide 1 - Tekstslide
Welke uitspraak past bij de Tijd van monniken en ridders?
A
Het was veel veiliger dan in de tijd van het Romeinse Rijk.
B
Na het Romeinse Rijk brak er een strijd uit om de macht. Uiteindelijk werd het Frankische volk het sterkst.
C
Na de val van het West-Romeinse Rijk voerden de Romeinen oorlog met de Franken.
D
De meeste mensen gingen in steden wonen. Daardoor werden de steden groter.
Slide 2 - Quizvraag
Hier staat Karel samen met een leenman, Het is een soort stripverhaal. Sleep jij de teksten naar de juiste plek?
Ik ben Karel
Ik ben een vazal
Dit is het leen
Ik zweer trouw
Slide 3 - Sleepvraag
Maak de juiste combinaties
Krijgen bescherming van de heer
Het systeem van heren en horigen op een domein
het grootste huis
de eigenaar van een domein
de grond en boerderijen van de heer
het domein
het hofstelsel
Het huis van de heer
de heer
horigen
Slide 4 - Sleepvraag
Het leenstelsel
Het leenstelsel werd steeds verder uitgebreid.
De achter-achter-achter-achter leenmannen waren vaak niet meer trouw aan de koning.
Dit zorgde voor onrust en minder goed bestuur van het gebied.
Slide 5 - Tekstslide
Het Frankische Rijk valt uiteen
Karel de Grote had maar 1 zoon die het hele rijk erfde, maar deze zoon had weer meer zonen die allemaal een stuk kregen....
Leenmannen gedroegen zich steeds meer als zelfstandige heren en leken vaak te vergeten dat er een leenheer was
Slide 6 - Tekstslide
Bijkomend probleem voor de Franken...
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Waar komen Vikingen vandaan
De Vikingen waren een Germaans volk.
Ze kwamen uit Scandinavië: Noorwegen, Denemarken, Finland en Zweden.
In de periode 800-1000 gingen ze op rooftocht naar West-Europa
Slide 9 - Tekstslide
'vik' betekent zoiets als fjord
De vikingen in Noorwegen woonden bij fjorden.
Slide 10 - Tekstslide
Waarom?
Weten we nog steeds niet zeker => weinig bronnen van de Vikingen.
Twee verklaringen:
Bevolkingsgroei => onvoldoende landbouwgrond => op zoek naar nieuw land
Geloof: alléén dappere mensen zouden naar de Walhalla (hemel) gaan (dus oorlog nodig om dapper te kunnen zijn).
Slide 11 - Tekstslide
Handel en rooftochten
Vikingen deden aan handel met volken in het Oostzee gebied.
In West-Europa eerst vooral rooftochten met veel geweld. Later ook hier handel.
Slide 12 - Tekstslide
Schepen
Snelle schepen = De Drakar
De goede rivieren in West-Europa zorgden dat de Vikingen diep het land in konden varen.
Slide 13 - Tekstslide
Leif Eriksson
Leif Eriksson was een IJslandse ontdekkingsreiziger die wordt beschouwd als de eerste Europeaan die, bijna 500 jaar eerder dan Christoffel Columbus, voet zette op Noord-Amerikaanse grond en noemde het Vinland.
Slide 14 - Tekstslide
Roofheren en roofridders
Niet alleen Vikingen waren een probleem...
Door het steeds verder uitbreiden van leenstelsel steeds meer 'losse' heren
Kwamen aan geld door rooftochten
Slide 15 - Tekstslide
Roofheren en roofridders
Veel oorlog tussen de kleine heren => om land en om buit.
Veel vernielingen op de domeinen.
Een kasteel bood een schuilplaats voor de boeren.
Slide 16 - Tekstslide
In welke eeuwen waren de Vikingen actief in Europa?