Deelsommen splitsen(PP4, Blok 3, week 1, les 4)

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 6

Splitsen van deelsommen(blok 3, week 1, les 4)

Doel vandaag: 

- Ik weet hoe ik kan splitsen met deelsommen.

- Ik kan een deelsom met grote getallen uitrekenen door het grote getal te splitsen. Sommen als 92 : 4 met 92 splitsen in 80 en 12.

Programma en wat heb ik nodig?

- Korte herhaling van de vorige les

- Herhaling deelsommen

- Theorie splitsen met grote getallen bij deelsommen

- De grote deelsommen quiz

- Opdrachten maken

Wat heb je nodig?

1. Chromebook
2. Rekenwerkboek + potlood
3. Wisbordje + stift(voor de zekerheid op de hoek v/d tafel)

Vorige les

Als we géén kleine som kunnen maken zoals bij 250 : 5 = ... 

wat doen we dan? 

Reken uit op je wisbordje:

(denk aan: hoe vaak gaat het getal erin 10x? 20x?)

42 : 3 = ...

92 : 4 = ...

28 : 2 =
In welke getallen heb je gesplitst?

1. 28 en 0
2. 20 en 8
3. 14 en 14
4. 10 en 18

Deel deze twee getallen door 2
en tel ze bij elkaar op.
Jouw antwoord bij stap 3 is ...

1. 10
2. 12
3. 14
4. 16

48 : 3 =
In welke getallen heb je gesplitst?

1. 48 en 0
2. 20 en 28
3. 40 en 8
4. 30 en 18

Deel deze twee getallen door 3
en tel ze bij elkaar op.
Jouw antwoord bij stap 3 is ...

1. 10
2. 12
3. 14
4. 16

85 : 5 =
In welke getallen heb je gesplitst?

1. 85 en 0
2. 80 en 5
3. 50 en 35
4. 40 en 45

Deel deze twee getallen door 5
en tel ze bij elkaar op.
Jouw antwoord bij stap 3 is ...

1. 15
2. 17
3. 19
4. 21

Hoe doe je dat nu bij grotere getallen?

• Je hebt tot nu toe geleerd of het getal 10x of 20x in het grote getal past.
• Je kunt natuurlijk nog veel verder gaan. 30x, 40x of zelfs 50x.

160 : 5 = ... wat past?

136 : 4 = ... wat past?

• Wanneer gebruik je nu de kleine som en wanneer splitsen?

De grote deelsommen quiz

• Sommige deelsommen weet je gelijk het antwoord op.
• Sommige grote deelsommen, moet je de tijd voor nemen om het uit te rekenen. Maak de splitsing op je wisbordje.

Bij welke sommen past het meer dan 10x(maar géén 20x)?

1. 117 : 3 =
2. 95 : 5 =
3. 144 : 8 =
4. 72 : 3 =

Bij welke sommen past het meer dan 20x(maar géén 30x)?

1. 117 : 9 =
2. 198 : 6 =
3. 175 : 7 =
4. 115 : 5 =

50 : 10 =

1. 4
2. 5
3. 3
4. 6

60 : 2 =

1. 20
2. 40
3. 60
4. 30

48 : 4 =

1. 13
2. 11
3. 12
4. 14

100 : 20 =

1. 5
2. 6
3. 4
4. 7

55 : 5 =

1. 11
2. 9
3. 8
4. 10

91 : 7 =

1. 15
2. 14
3. 13
4. 12

400: 4 =

1. 4
2. 40
3. 10
4. 100

Maak blok 3, week 1, les 4 in je rekenwerkboek en gebruik hierbij je rekenschrift!

Klaar? eigen taken

Hoe vond je deze les gaan?

1. 
2. 
3.