Actualiteiten 17-5

Vandaag
timer
45:00
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag
timer
45:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Doel
  • Ik weet waarom het belangrijk is om nieuws te volgen
  • Ik weet hoe ik een stelling kan maken
  • Ik weet hoe ik een mening vorm

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Stelling
Een stelling = een te bewijzen bewering

Slide 5 - Tekstslide

Hoe maak je een goede stelling? 1

Ten eerste mag het niet om een vaststaand feit gaan, er moeten verschillende kanten aan een stelling zitten. Deze verschillende kanten kun je wel weer met feiten beargumenteren, maar de stelling op zich mag geen feit zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe maak je een goede stelling? 2
Ten tweede moet je controleren of je stelling geen argument bevat. Je mag bijvoorbeeld niet de stelling 'De doodstraf moet worden ingevoerd om de criminaliteit tegen te gaan' aannemen. 'Om de criminaliteit tegen te gaan' is hier eigenlijk al een argument vóór het invoeren van het argument. De goede stelling is dus 'De doodstraf moet worden ingevoerd'.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe maak je een goede stelling? 3
Als derde punt is het handig om te kijken of je stelling een ontkenning bij zich heeft. Het is namelijk handiger om een stelling aan te nemen waar geen ontkenning in zit. Hierdoor voorkom je dubbele ontkenningen van de tegenstander: "Ik vind niet dat de politiek niet...".

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
Btw op groente en fruit moet worden afgeschaft.

Er mag geen vuurwerk meer verkocht worden aan consumenten

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
Bedenk een goede stelling over het nieuws wat je hebt gezien.

Slide 10 - Tekstslide

Stelling:

Slide 11 - Open vraag

Stelling
Eens
Oneens
A
B

Slide 12 - Tekstslide

Standpunt
Een standpunt = een mening = een in de mens aanwezige subjectieve opvatting, ten opzichte van toestanden, gebeurtenissen of andere personen.

Slide 13 - Tekstslide

Mening
Als je je mening onder woorden wil brengen, maak je gebruik van beoordelingswoorden.
Bij Nederlands een boekbespreking gebruik je bv (let op de tegenstellingen)

  • spannend, boeiend - saai
  • moeilijk - makkelijk
  • kinderachtig - geschikt voor mijn leeftijd
  • verrassend - voorspelbaar

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld
Stelling:        De regering heeft een goed milieubeleid.

Mening:  Ik vind dat de regering geen goed milieubeleid voert.

Meningen of standpunten herken je aan signaalwoorden als:
ik vind, volgens mij, kortom, alles bij elkaar genomen denk ik dat, dus.

Slide 15 - Tekstslide

Mening over de les
(Start met bv: ik vind, volgens mij, kortom, alles bij elkaar genomen denk ik dat)

Slide 16 - Open vraag

Overige dia's

Slide 17 - Tekstslide

Theorie

- Stelling
- Argument
- Standpunt

Slide 18 - Tekstslide

Stelling:
Btw op groente en fruit
moet worden afgeschaft.

Slide 19 - Open vraag

Argument
argument = een uitspraak die iemand aanvoert om een ingenomen standpunt te rechtvaardigen of te verantwoorden.

Of met andere woorden:
Het onderbouwen van een standpunt.
Een reden (of een grond.)

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld
Zullen we afspreken?
Nee, want ik heb huiswerk.

'want ik heb huiswerk' is een reden waarom je niet kunt afspreken. Dat noemen we een argument.

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht
Je ziet de stelling staan, neem een standpunt in, bedenk twee argumenten, typ je antwoord. 

Slide 22 - Tekstslide

Stelling:
Btw op groente en fruit
moet worden afgeschaft.

Slide 23 - Open vraag

NIEUWSQUIZ
Week 20
Schooljaar 2021-2022

Slide 24 - Tekstslide


A

Slide 25 - Quizvraag

Argument
argument = een uitspraak die iemand aanvoert om een ingenomen standpunt te rechtvaardigen of te verantwoorden.

Of met andere woorden:
Het onderbouwen van een standpunt.
Een reden (of een grond.)

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeld
Zullen we afspreken?
Nee, want ik heb huiswerk.

'want ik heb huiswerk' is een reden waarom je niet kunt afspreken. Dat noemen we een argument.

Slide 27 - Tekstslide

verschil mening en feit
feit = informatie
mening = wat je vindt

Slide 28 - Tekstslide

Discussie
Een discussie is een vorm van bespreking, zoals een gesprek of andere vorm van communicatie, tussen twee of meer partijen over een bepaald onderwerp, waarbij de partijen elkaar van een bepaald standpunt proberen te overtuigen.

Slide 29 - Tekstslide