Mercredi le 7 juin (H3c-s23)

Enfin le mois de juin!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Enfin le mois de juin!

Slide 1 - Tekstslide

Programme
Unité 6: gram II, woorden, lezen
- Huiswerk bespreken (Lire extra II)
- Herhalen gram II (bez.vnwd) via lessonup 
- Vocabulaire

Slide 2 - Tekstslide

Een bezittelijk voornaamwoord...
A
laat zien dat er een relatie is tussen een persoon en een zelfstandig naamwoord.
B
zijn woorden als mijn, jouw, zijn.
C
laat een verband zien tussen een persoon en een werkwoord.
D
zijn woorden als hij, hem, jij.

Slide 3 - Quizvraag

Het bezittelijk voornaamwoord staat voor een...
A
...werkwoord
B
...een lidwoord
C
...zelfstandig naamwoord
D
...een voorzetsel

Slide 4 - Quizvraag

Hoe maak je een bezittelijk voornaamwoord?

A
Het woord dat erachter staat bepaalt de vorm.
B
Het onderwerp in de zin bepaalt de vorm.

Slide 5 - Quizvraag

Mnl.ev.
Vrl.ev.
Mv.
Mijn
Jouw
Zijn/haar
Bezittelijk voornaamwoord
Ma
Mon
Mes
Ton
Ta
Tes
Son
Sa
Ses

Slide 6 - Sleepvraag

Welke bezittelijke voornaamwoorden heb je voor 'onze'?
A
ton, ta,mes
B
mon, ma, mes
C
notre, notre, nos
D
votre, votre, vos

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'hun'?
A
mon, ma, mes
B
leur, leur, leurs
C
ton, ta, tes
D
votre, votre, vos

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (onze) famille
A
notre
B
nos
C
votre
D
vos

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) copine
A
sa
B
ton
C
son
D
ta

Slide 10 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) lunettes
A
sa
B
tes
C
ses
D
mes

Slide 11 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) horloge
A
ma
B
mon
C
ta
D
ton

Slide 12 - Quizvraag

Het bezittelijk voornaamwoord
(jullie) copains

Slide 13 - Open vraag

Het bezittelijk voornaamwoord
(hun) école

Slide 14 - Open vraag

Het bezittelijk voornaamwoord
(uw) écoles

Slide 15 - Open vraag

Het bezittelijk voornaamwoord
(jouw) idée

Slide 16 - Open vraag

Fin du cours - les objectifs
  • Ik heb geoefend met de bezittelijke voornaamwoorden en met de vocabulaire van Unité 6.

Les devoirs
- Leren bilan p.117 behalve app 7 en 9







  • Zet hw in je agenda.
     
  • Stoelen aanschuiven.

Slide 17 - Tekstslide