Donderdag 16 februari 2023

• NT2
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Donderdag  16 februari 2023

08.30 - 10.10 uur Lessen volgen op het Beroepsonderwijs/Botenbouw	12.40 - 13.30 uur Grammatica / disk-zelfstandig werken
10.10 - 10.30 uur Inloop/ pauze in de klas	13.30 - 14.20 uur Rekenen met meneer Antoon
10.30-11.20 uur JIj toets lezen
11.20 - 12.10 uur Woordenschat thema 5 Houden van en verliefd zijn :)
12.10 - 12.40 uur Pauze

Les volgen op het Beroepsonderwijs.

Pauze

    Pauze 

Jij toets luisteren

Woordenschat

Je leert vijf nieuwe woorden bij  

thema 5.

Houden van en verliefd zijn :)

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

constant

• de hele tijd;
• steeds;
• als iets niet stopt
• zin: De leerling praat constant door de les heen.
  
• zin: Zij is heel erg verliefd op hem. Ze denkt constant aan hem.

beloven

• zeggen dat je iets zult doen;
• Werkwoord: ik beloof, ik beloofde, ik heb beloofd;


• zin:  Ik beloof dat ik je geheim niet aan iemand anders zal vertellen!
• zin: Je hebt mij beloofd dat je op tijd zou komen. Dan moet je dat ook doen!

de stap

• elke actie die je doet om een bepaald doel te halen;
• vaak gaat een doel behalen stap voor stap;
• datgene wat JIJ moet doen om je doel te behalen;
• zin: Als je naar het MBO wilt gaan, moet je dit doel in kleine stapjes halen.

zielig

• als je iets zielig vindt voor iemand, voel je je naar omdat die persoon vervelende dingen meemaakt;
• je kan iets ook voor jezelf zielig vinden.
• zin: Ik vind het zielig voor je dat jouw verkering uit is.

hoor

• dit woord gebruik je aan het einde van de zin, om iets heel duidelijk te maken;
• het heeft niet een echte betekenis;
• zin: Mijn mobiel is veel mooier dan die van jou, hoor!
• zin: Ik weet het zeker. Hij vindt jou echt leuk, hoor!

Wat betekent:
beloven

1. Zeggen dat je iets gaat doen en het dan niet doen.
2. Dat je denkt dat iets waar is, wat iemand zegt.
3. Zeggen dat je iets gaat doen en het dan ook doen

Waar wordt het woord:
constant
goed omschreven?

1. Ik had gisteren even hoofdpijn. Gelukkig is dat nu weer voorbij.
2. Ik heb gisteren een uurtje gewerkt aan mijn huiswerk.
3. Ik moet de hele tijd aan dat leuke liedje denken!

Welke emotie hoort bij het woord
zielig

1. bang
2. boos
3. blij
4. verdrietig

Welke stap moet jij nog nemen om
naar het MBO te kunnen gaan?

Maak een goede zin met aan het einde het woord:
hoor

Opdracht: welk woord hoort in de zin?

Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

De volgende .... die ik moet zetten om naar het MBO te gaan, is niveau B1 halen.

Hij .... mij ....... dat hij morgen met mij naar de bioscoop gaat. (voltooid deelwoord)

Ik vind het ..... voor haar dat de relatie over is.

Als hij blij is, zingt hij ...... vrolijke liedjes!

Ik vind het niet normaal dat we zoveel huiswerk krijgen,.......!

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je 1 zin met één of meer woorden: 

zielig, hoor, beloven, de stap, constant

Pauze

    Pauze 

Disk

Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema 5.

Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

grammatica

Leestekekens

Rekenen

Je werkt in je werkboek.

In het werkboek staat soms een opdracht of een uitlegfilm die je moet maken/bekijken op je laptop.