Theorie grammatica - zinsdelen
a Stefan is bang verkeerd begrepen te worden.
b Stefan is bang | dat hij (ond) verkeerd begrepen wordt (pv).
a Hevig blozend keek hij haar aan.
b Terwijl hij (ond) hevig bloosde (pv), | keek hij haar aan.
Een normale bijzin (zin b) heeft een eigen OND en PV.
Een beknopte bijzin (zin a) is een verkorte versie van een bijzin.