Overal 1-2 hv 8.3 Trilling in beeld

• Science
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Trilling in beeld

Trilling in beeld

Op een patiëntmonitor kunnen artsen direct veel informatie over een patiënt aflezen.

Wat heeft het getal linksboven in beeld met de grafiek te maken.

Trilling in beeld

Speelgoed beesten 

aan een veer.

trilling in beeld

trilling in beeld

Een trillingsgrafiek is een grafiek van de uitwijking van de trilling tegen de tijd.

Videouitleg

In de volgende slide moet je een video bekijken over trillingen van een veer.

De theorie wordt later nog uitgelegd.

Trillingstijd (T)

Eén trilling duurt 2 seconde.

De tijdsduur van één volledige trilling heet de trillingstijd (T).

Trillingstijd (T)

Een trampolinespringer springt in 1,5 seconde van het laagste punt naar het hoogste punt.

Bereken de trillingstijd.

Van het laagste tot het hoogste punt is een halve trilling. Een halve trilling duurt 1,5 s

Dus T = 2 x 1,5 = 3 seconde

Maja springt op een trampoline in 12 seconde 4 x op en neer
De trillingstijd is dan

1. 3s
2. 4s
3. 48s
4. 0.33s

Hoe groot is de trillingstijd in de linker grafiek

1. 5s
2. 0,5s
3. 5ms
4. 0,5ms

Frequentie (f)

De frequentie (f) is het aantal trillingen per seconde.

De frequentie geef je aan in hertz (Hz).

Tekst

De frequentie berekenen:

Frequentie (f)

Het beest heeft een trillingstijd van 2 s

Frequentie en trillingstijd

De trillingstijd is 2 s.

De frequentie is ½ hertz (Hz)

In de wiskunde heten ½ en 2 elkaars omgekeerde.

Trillingstijd en frequentie zijn elkaars omgekeerde.

een veer gaat in 5 seconde 20x op en neer.
bereken de frequentie

1. 100s
2. 4s
3. 0.25Hz
4. 4Hz

Eensnaar heeft een frequentie van 440 Hz
bereken de trillingstijd

1. 0.023ms
2. 2,3ms
3. 0.23s
4. 2,3 s

De trillingstijd van een stemvork

a. Bepaal zo nauwkeurig        mogelijk de trillingstijd        van deze trilling.

b. Bereken de frequentie        van de stemvork.

De trillingstijd van een stemvork

a. Bepaal zo nauwkeurig mogelijk de          trillingstijd van deze trilling.

Neem de tijdsduur van meerdere trillingen.

Er zijn 4 volledige trillingen in 5 ms 

(1 ms = 0,001 s) 

T = 5 ms / 4 = 1,25 ms = 0,00125 s

de trillingstijd is 1,25 ms

De trillingstijd van een stemvork

De trillingstijd (T) is 1,25 ms

T= 1,25/1000 = 0,00125s

f= 1/T

f = 1 / 0,00125-=800 Hz

b. Bereken de frequentie        van de stemvork.

Bepaal met behulp van de trillingsgrafiek de frequentie.

1. 500Hz
2. 5Hz
3. 2Hz
4. 0,5Hz

Amplitude

Amplitude is de maximale uitwijking ten opzichte van de ruststand.

Bij een grotere geluidssterkte is de trilling heftiger en de amplitude groter.

Toongenerator

Om geluid te onderzoeken gebruik je een toongenerator.

Een toongenerator geeft elektrische trillingen af.

Deze kun je aansluiten op een luidspreker.

Oscilloscoop

Een oscilloscoop geeft de elektrische trillingen weer die de toongenerator heeft gemaakt.

De trillingsgrafiek van een oscilloscoop heet een oscillogram.

Hoe groot is de amplitude in deze trillingsgrafiek.

1. 0,5mm
2. 1,0mm
3. 1,6mm
4. 0,8mm

Ischa spring in 6 seconde 2 x op en neer op een trampoline, ze spring 1,2 meter hoog.
wat is de frequentie en amplitude.

1. 3Hz en 1,2m
2. 0,33Hz en 1,2m
3. 3Hz en 0,6m
4. 0,33Hz en 0,6m

digitaal practicum

Op de volgende slide kun je naar een website waar je wat kunt experimenteren met een blokje aan een veer.

Beantwoord in de daaropvolgende slides de volgende vragen

1. Veranderd de trillingstijd bij een zwaarder blokje.

2 veranderd de trillingstijd als je de amplitude groter maakt.

https:

Bij een zwaarder blokje

1. wordt de trillingstijd groter
2. blijft de trillingstijd gelijk.
3. wordt de trillingstijd kleiner

Bij een grotere amplitude

1. wordt de trillingstijd groter
2. blijft de trillingstijd gelijk.
3. wordt de trillingstijd kleiner

huiswerk

lees de digitale tekstvan paragraaf 8.3

maak de vragen van 8.3 digitaal