Toerisme

Toerisme 
Vakantie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Lichamelijke opvoedingPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Toerisme 
Vakantie

Slide 1 - Tekstslide

Wat is toerisme?

Slide 2 - Woordweb

Toerisme:

Toerisme is het reizen naar een bestemming buiten de normale omgeving, vanwege recreatie of zaken en duurt niet langer dan een aaneengesloten jaar.

Slide 3 - Tekstslide

Waar moet je over nadenken voordat je een vakantie boekt?
Bergen of zee?
Warm of koud gebied?
Kort of lang op reis?
Welke vervoersmiddel?
Duur of goedkoop?

Slide 4 - Tekstslide

Weekend: een verblijf in het weekend, vaak van vrijdag tot zondag/maandag.
Midweek: een doordeweeks verblijf, van maandag tot vrijdag.  
Korte vakantie: een verblijf waarbij je minimaal 1 en maximaal 3 opeenvolgende nachten buiten je eigen woonomgeving overnacht.  
Lange vakantie: een verblijf waarbij je minimaal 4 opeenvolgende nachten buiten je eigen woonomgeving overnacht. 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is toerisme? 
Quiz
Recreatie (iets doen in je vrije tijd voor je plezier) buiten het gebied waar je zelf woont

Slide 6 - Tekstslide

Wat is toerisme?
A
Op vakantie gaan
B
Recreatie gericht op het reizen en verblijven buiten de eigen woonomgeving.
C
Activiteiten die je uitvoert in je thuis- en leefomgeving
D
Alles wat met vrije tijd en ontspanning buiten de eigen omgeving te maken heeft

Slide 7 - Quizvraag

Wat wordt in toerisme verstaan onder 'Weekend'?
A
Een verblijf op zaterdag
B
Een verblijf in het weekend, vaak van vrijdag tot zondag of maandag
C
Een verblijf op zondag en maandag
D
2 nachtjes achter elkaar

Slide 8 - Quizvraag

Als je een weekend in een bungalowpark boekt, heb je een lange vakantie.


A
Eens
B
Oneens

Slide 9 - Quizvraag

Als je een midweek
Centre Parcs boekt, heb je een korte vakantie.
A
Oneens
B
Eens

Slide 10 - Quizvraag

Door welke trend ontstaan er nieuwe ontwikkelingen in het toerisme en recreatie?
A
groen en eco
B
jongeren reizen
C
luxe en beleving
D
gezinsuitbreidingen

Slide 11 - Quizvraag

binnenlands toerisme is
A
vakantie van reizigers in eigen land
B
vakantie van reizigers in eigen en buitenland
C
vakantie van reizigers buiten europa
D
vakantie in het buitenland

Slide 12 - Quizvraag

''Delilah reist van Chicago naar New York voor haar studie.'' Hoe noemen wij dit soort toerisme?
A
Binnenlands toerisme
B
Migratie
C
Zakentoerisme
D
Verblijfstoerisme

Slide 13 - Quizvraag

Verschillende toerisme vormen
Binnen/buitenlandse toerisme
Migratie
Zakelijke toerisme

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Over welke vorm van toerisme ging het in de vorige afbeelding?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide

Om wat voor soort vakantie ging het in de vorige afbeelding?

Slide 18 - Woordweb

je spreekt van een hotel als er ten minste .......kamers zijn.
A
4
B
3
C
5
D
2

Slide 19 - Quizvraag

Je gaat op vakantie naar Dubai.
Is het slimmer om in de juli of om in december te gaan?
A
Juli
B
December

Slide 20 - Quizvraag

De meeste mensen die in Europa op vakantie gaan, gaan met ...
A
Het vliegtuig
B
De auto
C
De bus
D
De trein

Slide 21 - Quizvraag