4CB - les verbes en -OIR

4CB-5CB
Les verbes en -OIR
Les verbes dire, lire, écrire, boire, (re)connaître
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransSecundair onderwijs

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

4CB-5CB
Les verbes en -OIR
Les verbes dire, lire, écrire, boire, (re)connaître

Slide 1 - Tekstslide

Conjugue les verbes
à l'indicatif présent

Slide 2 - Tekstslide

Je (pouvoir)

Slide 3 - Open vraag

Tu (savoir)

Slide 4 - Open vraag

Il (voir)

Slide 5 - Open vraag

Nous (vouloir)

Slide 6 - Open vraag

Vous (recevoir)

Slide 7 - Open vraag

Ils (devoir)

Slide 8 - Open vraag

Il (falloir)

Slide 9 - Open vraag

nous (écrire)

Slide 10 - Open vraag

tu (lire)

Slide 11 - Open vraag

ils (connaître)

Slide 12 - Open vraag

vous (dire)

Slide 13 - Open vraag

Elle (boire)

Slide 14 - Open vraag

Conjugue les verbes
au passé composé

Slide 15 - Tekstslide

je (devoir)

Slide 16 - Open vraag

tu (savoir)

Slide 17 - Open vraag

il (falloir)

Slide 18 - Open vraag

nous (voir)

Slide 19 - Open vraag

vous (vouloir)

Slide 20 - Open vraag

ils (pouvoir)

Slide 21 - Open vraag

je (recevoir)

Slide 22 - Open vraag

Ils (boire)

Slide 23 - Open vraag

vous (écrire)

Slide 24 - Open vraag

Tu (dire)

Slide 25 - Open vraag

Nous (reconnaître)

Slide 26 - Open vraag

Traduis et conjugue

Slide 27 - Tekstslide

Wil jij een stylo?

Slide 28 - Open vraag

Ik moet luisteren.

Slide 29 - Open vraag

Hij krijgt een toets.

Slide 30 - Open vraag

Wij zien de leerkracht.

Slide 31 - Open vraag

Jullie moeten werken.

Slide 32 - Open vraag

Zij (f) mogen studeren.

Slide 33 - Open vraag