trappen van vergelijking 2

WELCOME!!!
Friday
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

WELCOME!!!
Friday

Slide 1 - Tekstslide

Plan

  • Grammar: Vergelijkingen 
  • Make the selftest
  • Speaking: vacations

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Trappen van vergelijking (korte  bijvoeglijke woorden)

 - één lettergreep of twee lettergrepen:  -er / -est





Small - smaller - (the) smallest                  Nice - nicer - (the) nicest

Easy- easier- (the) easiest    y - iest 

Slide 4 - Tekstslide

Look at the picture!

Slide 5 - Tekstslide

Compare number 2 & number 3! Use the word "tall"

Slide 6 - Open vraag

Trappen van vergelijking (lange bijvoeglijke woorden)

Drie (3) lettergrepen of meer... (soms ook twee)


more / (the) most 

Slide 7 - Tekstslide

Vergrotende & Overtreffende
interesting
more interesting
most interesting
beautiful
more beautiful
most beautiful
+ MORE
+ MOST

Slide 8 - Tekstslide

Vergrotende & Overtreffende

woorden met twee lettergrepen           -er / -est  OF more / most


Woorden die eindigen op -le / -er / -ow / -y : -er / -est

simple - simpler - simplest

clever - cleverer - cleverest

narrow - narrower - narrowest

happy - happier - happiest

Slide 9 - Tekstslide

Vergrotende & Overtreffende

alle andere woorden met 2 lettergrepen krijgen     ....more / most


famous -  more famous - (the) most famous

careful - more careful - (the) most careful

Slide 10 - Tekstslide

This is Lisa. She is 27 years old. Her brother is 31, so he is:​
A
old
B
older
C
oldest

Slide 11 - Quizvraag

Expensive (2 goed)
A
expensiver
B
more expensive
C
most expensive
D
expensivest

Slide 12 - Quizvraag

Easy (2 goed)
A
easier
B
more easier
C
most easiest
D
easiest

Slide 13 - Quizvraag

Kim is ...... beautiful girl I know
A
the most
B
more
C
the more

Slide 14 - Quizvraag

Football (soccer) is ...... popular in Europe than in USA.
A
the most
B
more
C
popularer

Slide 15 - Quizvraag

De uitzonderingen:

good - better - (the) best

bad - worse - (the) worst

much/many - more - (the) most

little - less -(the) least


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Let's practice
make the selftest!

Slide 18 - Tekstslide