Lesdoel: Je leert hoe je verkleinwoorden op de juiste manier schrijft.
Vorige les: meervoud
Nakijken en controleren> huiswerk opdracht 1 t/m6 blz. 234-35
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Cursus 7 Spelling §7 vanaf blz.236
Lesdoel: Je leert hoe je verkleinwoorden op de juiste manier schrijft.
Vorige les: meervoud
Nakijken en controleren> huiswerk opdracht 1 t/m6 blz. 234-35
Slide 1 - Tekstslide
Huiswerk
Controleren en vragen stellen:
Opdracht 2 t/m 7 blz.236-237
Slide 2 - Tekstslide
Aantekening blz. 236> verkleinwoorden
Je kunt een zelfstandig naamwoord verkleinen. Een verkleinwoord maak je meestal door het achtervoegsel -je of -tje achter een zelfstandig naamwoord te plakken: boek – boekje; potlood – potloodje; laken-lakentje.