Les 5 en 6

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Goedemiddag!

Planing

Instructie les 5

Maken les 5

Instructie  les 6

Samen oefenen

Maken les 6

Afsluiting

Leerdoelen les 5

Aan het einde van de les kan ik woorden die je met een hoofdletter moet schrijven herkennen.

Aan het einde van de les kan ik zinnen schrijven met het juiste gebruik van hoofdletters.

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

• Aan het begin van de zin
• Bij namen van personen
• Bij heilige namen
• Bij bedrijven en merken
• Bij plaatsen en landen 

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

• Bij talen en volkeren
• Bij titels van boeken en films
• Bij feestdagen 

Wat zijn de uitzonderingen?

• 's Morgens / 's Middags
• Indelingen van tijd -> mei, herfstvakantie, vrijdag
• Achternamen met van / de (r)
  
• Let op!! Mevrouw Van der Woude

Wel met een hoofdletter

Niet met een hoofdletter

kerstvakantie

kerstmis

god

la casa de papel

de walvissen

vaderdag

europa

grieken en romeinen

Alle hoofdletters staan goed!
'S morgens eet Anne graag een broodje.

1. Waar
2. Niet waar

'S morgens eet Anne graag een broodje.
Verbeter de fout.

Mevrouw De Jong geeft elke dag 2 uur les.
Staan alle hoofdletters goed?

1. JA
2. NEE

Snap je de leer- en oefenstof goed en kan je aan het werk?

😒🙁😐🙂😃

Aan de slag!

Maken les 5: 2, 3, 4 en 6

Tijd? 15 min

Klaar? Start les 6

Vraag? mij of je buurman

Ik kan zelf zinnen schrijven met het juiste gebruik van hoofdletters

😒🙁😐🙂😃

Ik kan woorden die je met een hoofdletter moet schrijven herkennen.

😒🙁😐🙂😃

Persoonsvorm tegenwoordige tijd.

Leerdoelen

Aan het einde van de les weet ik hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd schrijft.

Aan het einde van de les kan ik zelf zinnen maken met de correct geschreven persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.

Hebben, mogen, kunnen en willen zijn onregelmatige werkwoorden.

1. Waar
2. Niet waar

Onregelmatige werkwoorden

Hebben - ik heb - jij hebt - hij heeft - wij hebben

Mogen - ik mag - jij mag - hij mag - wij mogen

Zijn - ik ben - jij bent - hij is - wij zijn

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Wat is het en hoe vind je hem?

De persoonsvorm vind je door:

• De zin vragend te maken.
  Het eerste woord is de persoonsvorm.

Ik mag mijn schoentje zetten. 

• De zin in een andere tijd te zetten. 
  Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

De Hoofdpiet gaat fietsen.

Werkwijzer - persoonsvorm tt

Wat is de juiste persoonsvorm tt?
'De man (bivakkeren) in het bos'

1. bivakkeer
2. bivakkeert

Persoonsvorm tt:
(Vinden) ... jij het leuk om deze quiz te doen?

1. vindt
2. vind
3. vond
4. vondt

Geef de juiste persoonsvorm tt
'Wat (gebeuren) er nu met hen?'

1. gebeurd
2. gebeurt
3. gebeurdt

Wat is de juiste persoonsvorm tt?
'Ik (worden) vandaag zestien'

1. word
2. wordt

Geef de juiste persoonsvorm tt
'Jij (begeven) je op glad ijs'

1. begeeft
2. begeefd
3. begeef

Hoe schrijf je de persoonsvorm (TT)?

Het kampvuur ............... mooi op deze avond. (branden)

1. brand
2. brandt
3. brant
4. branden

Spel de persoonsvorm tt:
Ik (branden)........... mezelf aan de kaars

1. brand
2. brandt

Ik kan aan de slag met les 6

😒🙁😐🙂😃

Samen maken

Opdracht 1 

Aan de slag!

Maken les 6

Tijd: einde van de les

Klaar: Afmaken van de weektaak

Vraag? Mij of buurman

Ik weet hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd schrijft

😒🙁😐🙂😃

Ik kan zelf zinnen maken met een correct geschreven pv in de tt

😒🙁😐🙂😃