In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
7.2 Macht in Nederland
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat democratie betekent
Aan het einde van de les kun je de kenmerken van de democratie uitleggen
Aan het einde van de les kan je de trias politica uitleggen
Slide 3 - Tekstslide
Uitleg
Slide 4 - Tekstslide
Democratie
Democratie is een land waarin het volk regeert. Dit betekent dat het volk invloed heeft op de politiek. In Nederland heeft het volk invloed, omdat wij bij mogen stemmen.
De mensen die gekozen worden noemen we volksvertegenwoordigers. De volksvertegenwoordigers nemen daarna de beslissingen namens het volk.
Slide 5 - Tekstslide
Kenmerken van de democratie
Er is een volksvertegenwoordiging: dit zijn de Eerste Kamer en Tweede Kamer (parlement)
Er is een grondwet
Vrije, geheime verkiezingen
Machtenscheiding: dit noemen we de trias politica*
Vrije media: de media informeert burgers over problemen
Hier zien we de zetelverdeling van de Tweede Kamer. De Tweede Kamer heeft in totaal 150 zetels. Hier zit een deel van de volksvertegenwoordigers. Deze mensen zijn gekozen door de burgers. De burgers kunnen namelijk om de vier jaar stemmen op een partij.
De volksvertegenwoordigers vertegenwoordigen de burgers. Zij nemen beslissingen namens het volk. De volksvertegenwoordigers zijn de Tweede Kamer en de Eerste Kamer.
Slide 6 - Tekstslide
1. Er is een volksvertegenwoordiging
Het parlement (Tweede Kamer en Eerste Kamer) nemen besluiten namens het volk.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Er is een grondwet
Een document met de rechten en plichten van zowel de burgers als de overheid.
Slide 10 - Tekstslide
Er zijn vrije, geheime verkiezingen
Je mag stemmen op wie je zelf wilt. Daarnaast hoef je het niemand te vertellen. Dit mag wel.
Slide 11 - Tekstslide
Trias politica (machtenscheiding)
Wetgevende macht: het parlement (Tweede Kamer en Eerste Kamer) + de regering (koning en ministers) zijn de wetgevende macht. Zij hebben twee taken: wetten maken en controleren van de regering.
Uitvoerende macht: de regering voeren de wetten uit. Zij krijgen hulp van ambtenaren. Een voorbeeld is de politie die de wetten uitvoert.
Rechterlijke macht: zij controleren of de wetten worden nageleefd. Dit zijn de rechters.
Slide 12 - Tekstslide
Vrije media
De media moet ons informeren. Zij mogen zelf bepalen wat zij uitzenden. Dit is belangrijk zodat we alle verschillende meningen/ ideeën horen.
Slide 13 - Tekstslide
Leerdoelen checken
Slide 14 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat macht betekent
Aan het einde van de les kun je de machtsmiddelen uitleggen
Aan het einde van de les kan je het verschil tussen formele macht en informele macht uitleggen