Samenvatting: hoofdstuk 7

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




7.1 Macht en invloed

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Uitleg

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macht en machtsmiddelen
  • Macht is het vermogen om het gedrag van anderen te beïnvloeden. Een voorbeeld is dat de docent jou verbiedt om te eten in de klas.

  • Een machtsmiddel is een middel om het gedrag van anderen te beïnvloeden. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Machtsmiddelen (1)
  • Functie/beroep: een docent die jou de les uit kan sturen
  • Kennis en vaardigheden: een dokter die jou medicijnen geeft
  • Overtuigingskracht: een politicus die stemmen krijgt door mensen te overtuigen
  • Geld: iemand omkopen om iets te doen
We zien hier twee machtsmiddelen. Allereerst zien we het machtsmiddel geld. Mensen gebruikten dit machtsmiddel om het gedrag van de ambtenaar te beïnvloeden. Een anders machtsmiddel wat we terugzien is functie/beroep. Het OM (openbaar ministerie) gebruikt hun functie om een werkstraf en een geldboete te eisen. 

Slide 5 - Tekstslide

bron:https://www.parool.nl/amsterdam/om-ambtenaar-liet-zich-omkopen-met-audi-a4-airconditioners-en-badkamermeubel~bbc7a4aa/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F
Machtsmiddelen (2)
  • Geweld (militaire macht):  tijdens een oorlog macht uitoefenen door geweld
  • Status/ aanzien: een beroemd persoon die veel aandacht krijgt
  • Aantal personen: een grote groep maakt meer indruk dan twee personen
  • Toegang tot media: als je media gebruikt heb je een groter publiek
Hier wordt het machtsmiddel geweld (militaire macht) gebruikt door de Russen. Zij leggen mijnen neer. Op deze manier willen ze het gedrag van anderen beïnvloeden. Ze willen namelijk Zelinske (minister-president van Oekraïne) beïnvloeden om zich over te geven. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formele macht en informele macht
  • Formele macht is macht dat is vastgesteld in regels en wetten. Bijvoorbeeld de politie heeft formele macht om mensen staande te houden als zij zonder licht fietsen. 

  • Informele macht is de macht die je hebt zonder machtsmiddelen te gebruiken. Bijvoorbeeld een vriend die altijd bepaald wat jullie gaan doen. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Opdracht: machtsmiddelen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: machtsmiddelen
Aantal personen
Status/aanzien
Overtuigingskracht
Geld
Functie/beroep
Kennis en vaardigheden
Geweld
Toegang tot media

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies




7.2 Macht in Nederland

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Uitleg

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Democratie
  • Democratie is een land waarin het volk regeert. Dit betekent dat het volk invloed heeft op de politiek. In Nederland heeft het volk invloed, omdat wij bij mogen stemmen. 

  • De mensen die gekozen worden noemen we volksvertegenwoordigers. De volksvertegenwoordigers nemen daarna de beslissingen namens het volk. 


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van de democratie
  • Er is een volksvertegenwoordiging: dit zijn de Eerste Kamer en Tweede Kamer (parlement)
  • Er is een grondwet
  • Vrije, geheime verkiezingen
  • Machtenscheiding: dit noemen we de trias politica*
  • Vrije media: de media informeert burgers over problemen
Hier zien we de zetelverdeling van de Tweede Kamer. De Tweede Kamer heeft in totaal 150 zetels. Hier zit een deel van de volksvertegenwoordigers. Deze mensen zijn gekozen door de burgers. De burgers kunnen namelijk om de vier jaar stemmen op een partij. 

De volksvertegenwoordigers vertegenwoordigen de burgers. Zij nemen beslissingen namens het volk. De volksvertegenwoordigers zijn de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. 


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trias politica (machtenscheiding)
  • Wetgevende macht: het parlement (Tweede Kamer en Eerste Kamer) + de regering (koning en ministers) zijn de wetgevende macht. Zij hebben twee taken: wetten maken en controleren van de regering.

  • Uitvoerende macht: de regering voeren de wetten uit. Zij krijgen hulp van ambtenaren. Een voorbeeld is de politie die de wetten uitvoert.

  • Rechterlijke macht: zij controleren of de wetten worden nageleefd. Dit zijn de rechters. 


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Opdracht: schema invullen trias politica

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkvorm: taken van het parlement 
  • Wat: Vul het schema in
  • Hoe: Overleg zachtjes met je buurman/ buurvrouw
  • Hulp: Telefoon en boek 
  • Tijd: 5 minuten
  • Uitkomst: Het schema is volledig ingevuld.
  • Klaar? Aan de slag met 7.4  

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht
Bestaat uit
Taken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht
Bestaat uit
Parlement (Eerste Kamer en Tweede Kamer)


Regering (koning en ministers)
Regering (koning en ministers)
Onafhankelijke rechters 
Taken
1. Wetten maken

2. Regering controleren
Wetten uitvoeren met hulp van ambtenaren 
Controleren of mensen zich aan de wetten houden

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




7.4 Machtsdilemma in Nederland 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Uitleg

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actief kiesrecht en passief kiesrecht 
Actief kiesrecht is het recht om te stemmen, dus je gaat naar de stembus om te stemmen.

Passief kiesrecht is het recht om verkozen te worden. Dit betekent dat mensen op jou kunnen stemmen. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parlementaire democratie 
In een parlementaire democratie heeft het parlement de hoogste macht, maar het parlement wordt gekozen door het volk. 

Taken parlement:
  • Wetten maken
  • Regering controleren 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies