H5.3 Reactiesnelheid

Vorige les
energie effecten van reacties
endotherm of exotherm
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Vorige les
energie effecten van reacties
endotherm of exotherm

Slide 1 - Tekstslide

Een katalysator is een hulpstof die een bepaalde reactie kan versnellen.

De activerings-energie gaat omlaag.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les leer je
Dat er naast het gebruik van een katalysator
nog 4 factoren die de snelheid van een reactie beïnvloeden.
  • soort stof
  • concentratie
  • verdelingsgraad
  • temperatuur
Hoe je reactie snelheid kunt weergeven, bepalen.

Slide 3 - Tekstslide

De reactie snelheid = de hoeveelheid stof die per seconden ontstaat of verdwijnt. 



Slide 4 - Tekstslide

Reactiesnelheid beïnvloeden
1.
2.
3.
4.
 

Slide 5 - Tekstslide

soort stof
sommige reacties gaan sneller dan anderen.

roesten van je fiets
ijzer + zuurstof --> ijzeroxide

explosie van aardgas
methaan + zuurstof --> water + koolstofdioxide

Slide 6 - Tekstslide

botsende deeltjes model




Als stoffen met elkaar reageren, dan moeten ze tegen elkaar aan botsen. (ze moeten elkaar tegenkomen).
Effectieve botsing: er is een reactie.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

concentratie
Bij een hogere concentratie is de kans op een effectieve botsing tussen deeltjes groter.

Hoe hoger de concentratie, hoe sneller de reactie verloopt.

Slide 9 - Tekstslide

verdelingsgraad
Hoe fijner de verdeling (poeder), des te groter is het oppervlakte.
Er kunnen meer deeltjes botsen

Slide 10 - Tekstslide

temperatuur
Hoe hoger de temperatuur, des te sneller bewegen de deeltjes.

Er zijn meer botsingen en de botsingen zijn vaker effectief.

Slide 11 - Tekstslide


A
proef 1
B
proef 2
C
proef 3
D
proef 4

Slide 12 - Quizvraag

Zink poeder reageert met een overmaat zoutzuur oplossing. Er ontstaat onder andere waterstof (gas).
De hoeveelheid waterstofgas die ontstaat wordt gemeten.

Slide 13 - Tekstslide


Na hoeveel tijd is de reactie afgelopen?
A
2 minuten
B
8 minuten
C
15 minuten
D
dat is niet op te maken

Slide 14 - Quizvraag

.
Verklaar met het botsende deeltjes model uit, waarom de reactie snelheid in de loop van de reactie afneemt.

Slide 15 - Open vraag

Wat is de invloed van een katalysator op de reactie tijd? en op de hoeveelheid waterstof die ontstaat?

A
De reactie tijd wordt langer en er ontstaat evenveel waterstof
B
De reactietijd wordt korter en er ontstaat meer waterstof.
C
De reactietijd wordt korter en er ontstaat evenveel waterstof.
D
De reactietijd blijft gelijk en er ontstaat meer waterstof.

Slide 16 - Quizvraag

Deze les leer je
Dat er naast het gebruik van een katalysator
nog 4 factoren die de snelheid van een reactie beïnvloeden.
  • soort stof
  • concentratie
  • verdelingsgraad
  • temperatuur
Hoe je reactie snelheid kunt weergeven, bepalen.

Slide 17 - Tekstslide

H5.3 - Reactiesnelheid

Maken opdrachten 1 t/m 5 

H5.4 - Reactiesnelheid beïnvloeden

Maken opdrachten 1 t/m 6


Slide 18 - Tekstslide