7 Nov- showbiz

Lesson 1
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesson 1

Slide 1 - Tekstslide

English

Slide 2 - Tekstslide

Aim

 I can understand people talking about music and bands

Slide 3 - Tekstslide

Previous Lesson
 Getting Started 1-2-3 on p. 128-129





Slide 4 - Tekstslide

Vergelijkingen
Dingen en objecten met elkaar vergelijken

The man is taller than the boy.
The man is heavier than the boy.
The man is bigger than the boy.
The man is wiser than the boy.
The man is more intelligent than the boy.

Slide 5 - Tekstslide

2A: Watching
Exercise 6a: lees de kijkstrategie.
Exercise 6b: kijk naar meet and greet en geef aan welke dingen worden gezegd over de Belfast Busking Band.
Exercise 6c:  match de quotes met de plaatjes

Slide 6 - Tekstslide

After the watching

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Write three words you have learned today!

Slide 9 - Open vraag

3B: Theme Words
  • Theme Words on p. 132 + 134
  • Linking words = > voegwoorden
-verband tussen zinnen benadrukken (informatie toevoegen, tegenstellingen, oorzaak-gevolg) 
-informatie rangschikken (first, second, next, finally etc.)
-begin, midden, eind van een zin



Slide 10 - Tekstslide

Lesson 2

Slide 11 - Tekstslide

3B: Theme Words
Exercise 11: schrijf de betekenis van de woorden op.
Exercise 12: combineer de woorden met de afbeeldingen.
Exercise 13: omcirkel de juiste Theme Words.
Exercise 14: schrijf de betekenis van de voegwoorden op.
Exercise 15: schrijf eerst de juiste Theme Words op. De woorden starten met de dikgedrukte letter. Zoek daarna de woorden op in de puzzel.
Exercise 16: lees de strategie en vul de juiste voegwoorden in.


Slide 12 - Tekstslide

Homework
Finish exercise 11-12-13-14-15-16 on p. 132-135

Slide 13 - Tekstslide

Lesson 3

Slide 14 - Tekstslide

Previous Lesson
Theme Words: Showbiz & entertainment
Theme Words: Linking words
Exercise 10-16

Slide 15 - Tekstslide

Theme Words: Showbiz & Entertainment


Schrijf de vertalingen op:


1. autograph
2.red carpet
3.applaud
4.breakthrough
5. achter de schermen
6. publiek
7.  beroemdheid
8. kleedkamer
Theme Words: Linking words


Vul de juiste linking words in, kies uit:
because - however - so -since

1. My TV has broken down, _____ I can't watch the show tonight.
2.They rehearsed 3 times a week, ________ , the show was no success.
3.I don't like him __________ he is mean.
4..________ he's lost his money, he couldn't buy a ticket.

timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Theme Words: Showbiz & Entertainment


Schrijf de vertalingen op:


1. autograph => handtekening
2.red carpet => rode loper
3.applaud => applaudisseren
4.breakthrough=> doorbraak
5. achter de schermen => backstage
6. publiek => audience
7.  beroemdheid => celebrity
8. kleedkamer => dressing room
Theme Words: Linking words


Vul de juiste linking words in, kies uit:
because - however - so -since

1. My TV has broken down, so I can't watch the show tonight.
2.They rehearsed 3 times a week, however , the show was no success.
3.I don't like him because he is mean.
4.. Since he's lost his money, he couldn't buy a ticket.

Slide 17 - Tekstslide

3C: Before Reading
Kijk naar de titel van de tekst en de afbeelding op p. 137.
Waar denk je dat de tekst over gaat?

Exercise 18: beantwoord de vraag in het Nederlands.
Zou je graag beroemd willen zijn? Noem de positieve en negatieve dingen van beroemd zijn.

Slide 18 - Tekstslide

3C: During & After Reading
Wat:
Exercise 19b: bekijk de tekst en beantwoord de vragen. (paragraph= alinea, conclusion=conclusie, summary=samenvatting
Exercise 19c:lees de tekst nogmaals en vul de zinnen aan met de ontbrekende informatie (Engels of Nederlands)
Exercise 19d/e: beantwoord de vraag in het Nederlands (welk undercoververhaal vind jij het grappigst?)
Exercise 20: geef aan of de stellingen waar of niet waar zijn.
Exercise 21: raad eerst de betekenis van de woorden in het schema. Schrijf dat op, controleer daarna de betekenis van de woorden.
Exercise 22: Welke beroemdheid zou jij willen ontmoeten en welke 5 vragen zou je hem.haar willen stellen. Schrijf 5 vragen in het Engels op.
Hoe: zelfstandig
Hulp: fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw, vocabulary c op p. 167
Uitkomst: we gaan de antwoorden de volgende les nakijken
Klaar:  leer de Theme Words ( Showbiz & entertainment + Linking words) op p. 166 


timer
20:00

Slide 19 - Tekstslide

Homework
Finish exercise 19b-22 on p.136-139

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Lesson 1 > Week 13

Slide 22 - Tekstslide

Previous Lesson
3C: Reading exercise 19-21


Slide 23 - Tekstslide

3D: Speaking & Stones
Stone 7 on p. 140

Stone 8 on p. 142

Slide 24 - Tekstslide

Artists, films & series...
1. Who is your favourite artist?
2. What is your favourite film?
3. What is your favourite series?
4. Who is your favourite actor/actress?

Slide 25 - Tekstslide

3D: Speaking & Stones
Wat:
Exercise 23: neem de Stone door en vertaal de zinnen die je nog niet kent.
Exercise 25: beantwoord de vragen in het Engels. Gebruik Stone 7 & 8.
Exercise 26: schrijf de Nederlandse vertalingen op.
Exercise 27: beantwoord de vragen in het Engels. Gebruik Stone 7 & 8.
Exercise 28: neem de Stone door en vertaal de zinnen die je nog niet kent.
Exercise 30: geef je mening over een serie die je leuk vindt en niet leuk vindt.
Hoe: in tweetallen=> fluisterend oefenen met je buurman/buurvrouw.
Uitkomst: Volgende les geef je een mondelinge "presentatie"  van 30-60 seconden over je favoriete film en serie (ex. 27 & 30) 
Klaar: bereid opdracht 27 & 30 voor ( op papier als dit nodig is). Zorg dat je in minimaal 30 seconden uit kunt leggen waarom je een serie of film goed vindt. Gebruik Stone 7 & 8 en de Theme Words op p. 141.

Slide 26 - Tekstslide

Homework
Bereid opdracht 29 op p. 143 voor. 
Bereid het op papier voor. 
Zorg dat je in minimaal 30 tot 60 seconden uit kunt leggen in het Engels waarom je een serie of film goed vindt en waarom mensen de film of serie moeten gaan kijken.
Gebruik Stone 7 & 8 en minimaal 4 Theme Words ( p. 141).

Slide 27 - Tekstslide