(2M) H3 de kracht van rivieren paragraaf 2 deel 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Planning:

• Nakijken
  

• Introductie
• Uitleg: paragraaf 2 H3
  
• maken opdracht 4,5,6
  
• nabespreken paragraaf 2
  
• afsluiting

aan het einde van de les kan/weet je:

• de erosie door een rivier beschrijven en een V-dal op een afbeelding herkennen.
• beschrijven waar en hoe een rivier materiaal sedimenteert, afhankelijk van de stroomsnelheid van het water.
• uitleggen wat een stroomgebied is en op welke manier water in een rivier terechtkomt.
• de waterkringloop aan de hand van een afbeelding beschrijven.

nakijken

uitleg/aantekeningen

Stroomgebied

Het gebied waar de rivier zijn water vandaan haalt noemen we het stroomgebied.

Het stroomgebied word gescheiden van een ander stroomgebied door een waterscheiding. Dit is bijvoorbeeld een gebergte

Het stroomgebied van de Rijn.

De regenrivier

Een regenrivier is een rivier  regenwater afvoert.

Deze rivieren zijn minder goed te bevaren voor binnenvaartschepen met name in de zomer kan het waterpeil laag staan

De Maas is een regenrivier

De gemengde rivier

Een gemengde rivier is een rivier die zowel water van gletsjers als regenwater afvoert.

Deze rivieren zijn goed te bevaren voor binnenvaartschepen (handel)

De Rijn is een gemengde rivier

De waterkringloop

Water kent drie vormen waarin het kan bestaan: -vloeibaar(water), -gasvormig(waterdamp)

- en een vaste vorm (ijs)

waterkringloop: de voortdurende verplaatsing van water op aarde

waterkringloop: de voortdurende verplaatsing van water op aarde

• Zon verwarmd water (vooral in de zee), water verdampt
• Water stijgt, verplaatst, koelt af en condenseert. 
• Door neerslag komt het water terug op de grond. 
• Als de neerslag eerst in de Oceaan komt is het de 'korte waterkringloop' 
• Als neerslag op het land regent of sneeuwt gaat het uiteindelijk via rivieren, meren, grondwater terug naar de zee

zelfstandig werken

lezen paragraaf 2 H3 stroomgebied + waterkringloop
maken opdracht 4 t/m 6
gebruik hierbij:

• tekstboek blz. 42/43
  
• werkboek blz. 54/55/56
  

stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken

herhalen/nabespreken

Wat is geen riviersoort?

1. Gemengde rivier
2. gletsjer rivier
3. regenrivier
4. zoutwaterrivier

De waterkringloop begint met.......

1. Condenseren
2. Verdampen
3. Infiltratie
4. Erosie

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?

😒🙁😐🙂😃

vandaag heb ik geleerd:

vandaag vind ik nog moeilijk: