In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Vandaag
Start van de les
Resultaten
Start hoofdstuk 3
Werktijd
Slide 1 - Tekstslide
Resultaten
Tegenvallende resultaten.
Bespreken dinsdag na de herfstvakantie.
Slide 2 - Tekstslide
Hoofdstuk 3 Vlakke figuren
Voorkennis
Je weet hoeveel graden de volgende hoeken zijn: gestrekte hoek, volle hoek, rechte hoek.
Je kan naast deze ook overstaande hoeken gebruiken om hoeken te berekenen (V2+V3).
Je kan onderzoeken of twee figuren gelijkvormig zijn. (V5)
Je kan de vergrotingsfactor berekenen (V4).
Je kan gelijkvormigheid gebruiken om afmetingen van figuren te berekenen (V4 en V6).
Je kent de eigenschappen van een (V1): gelijkbenige driehoek, gelijkzijdige driehoek, rechthoekige driehoek, vierkant, rechthoek, vlieger, ruit, parallellogram.
Je kan evenwijdige lijnen en loodrechte lijnen herkennen en tekenen.
Slide 3 - Tekstslide
Paragraaf 3.1
F-hoeken en Z-hoeken
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Welke hoeken zijn even groot met een Z-hoek?
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Welke hoeken zijn even groot met een F-hoek?
Slide 8 - Tekstslide
Trapezium
Een trapezium is een vierhoek met twee evenwijdige zijdes.
Slide 9 - Tekstslide
Trapezium
Wanneer de niet evenwijdige zijden even lang zijn, dan is het trapezium gelijkbenig.
Dan is er één symmetrieas.
Slide 10 - Tekstslide
Symmetrie
Lijnsymmetrie: Je kunt het figuur over de lijn dubbelvouwen en dan vallen alle lijn precies op elkaar. Deze lijn is de symmetrieas. Een figuur kan meerdere symmetrieassen hebben.
Puntsymmetrie: Wanneer je het figuur 180 graden draait en het is precies hetzelfde, dan is het puntsymmetrisch.