GFV 5 - Socrates en Nietzsche 2 - laatste les

Socrates vs Nietzsche



Wat is waar? Wat is juist? Wat is goed?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Socrates vs Nietzsche



Wat is waar? Wat is juist? Wat is goed?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

belangrijkste geschilpunten
Empiristen      argumenten Empiristen vs Rationalisten


- er bestaat geen aangeboren kennis of een ideeënwereld.
- mensen komen op de wereld als een onbeschreven blad
- tijdens leven doe je  ervaringen op via je zintuigen (empirie) en hiermee bouw je kennis op.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Nietzsches Filosofie
  • Nietzsche wil mens zijn waardigheid teruggeven grijpt terug op de Griekse waarden. 
    De mens moet zichzelf als maatstaf nemen, (sofisten?)

  • "Hij ziet het christendom als een techniek van de middelmatig massamens om de vrije geest te knechten" > slavenmoraal vs herenmoraal/machtsmoraal

  • God is dood, wetenschap heeft zijn plek ingenomen, daardoor desoriëntatie van goed en kwaad. Dat is juist iets goeds. Niets staat vast, ook idealen niet, > zelf waarden scheppen (Umwertung aller Werte)

  • Eigen ongeluk niet meer afschuiven op het lot of op een God > Amor Fati

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

"Voorbij goed en kwaad"
Herenmoraal

“De mens van het voorname type is voor zijn gevoel zelf waardebepalend, hij heeft geen goedkeuring nodig, hij oordeelt ‘wat voor mij schadelijk is, is schadelijk als zodanig,’ hij ziet zichzelf als iets waaraan de dingen pas hun eer ontlenen, hij is waardenscheppend. Alles wat hij over zichzelf weet, eert hij: zulk een moraal is zelfverheerlijkend. Op de voorgrond staat het gevoel van overvloed, van macht die wil overstromen, het geluk van de hoogspanning, het bewustzijn van een rijkdom die zou willen schenken en afstaan: ook de voorname mens helpt de ongelukkige, niet of bijna niet uit medelijden, maar meer uit een drang die door de overstromende macht wordt veroorzaakt.”

Slide 16 - Tekstslide

Wat is waar? Wat is Goed?
Umwertung aller werte
Volgens Nietzsche is de mens niet rationeel. Rationaliteit is een teken van kuddegeest (slavenmoraal). 

We proberen de werkelijkheid met onze ratio netjes te ordenen, maar dat is een ontkenning van de werkelijkheid die chaotisch is.

De Übermensch kan 'de' waarheid aan, namelijk dat alle waarheid een illusie is. Daarom moet de mens zijn/haar eigen waarden creëren

zie pp. 218-219 en 221 van Oog in de Storm

Slide 17 - Tekstslide

Apollinisch vs Dionisisch
Twee grondkrachten in het werk van componist Wagner.
Griekse tragedie bevat beide krachten, maar het Dionisische is er snel uitgeschreven. Christendom heeft dit nog verder onderdrukt. 

In Wagner zag Nietzsche de hoop dat het Dionissische terug zou keren. 

Slide 18 - Tekstslide

Apollinisch vs Dionissisch
Beiden zonen van Zeus

Apollinisch - Apollo = god van de voorspelling
uitdrukking van evenwicht, orde en uiterlijke schoonheid. 

Dionissisch - Dionysus (Bacchus) = god van de emotionele roes
 Uitbundigheid, scheppingskracht en extase.

Slide 19 - Tekstslide

Übermensch
De mens die losbreekt van de kudde en op eigen benen durft te staan. De Übermensch is onafhankelijk en durft voor zijn eigen ontwikkeling te kiezen.
Soms moeilijk en pijnlijk, falen hoort erbij.  Zoektocht naar het individuele (en tijdelijke) goede. 


Christendom en alcohol zijn hetzelfde: Ze zorgen ervoor dat we niet de actie ondernemen die we zouden moeten ondernemen.


Übermensch kijkt op ons (huidige mens) terug zoals wij nu naar de apen. 

Slide 20 - Tekstslide

Vragen?

Slide 21 - Tekstslide