Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Regelmatige werkwoorden vervoegen (+s-klank)
Wiederholung schwacher Verb
1 / 41
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
41 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
90 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wiederholung schwacher Verb
Slide 1 - Tekstslide
De uitgangen zwakke werkwoord+voltooid deelwoord
volt dw
=
ge
+
stam
+
t
ge
mach
t
/
ge
spiel
t
ich mach
e
spiel
e
du mach
st
spiel
st
er/sie/es mach
t
spiel
t
wir mach
e
n
spiel
en
ihr mach
t
spiel
t
sie/Sie mach
en
spiel
en
Slide 2 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden in de
tegenwoordige tijd (das Präsens)
Als de stam eindigt op een
sis-klank (s, ss, ß, x, z)
dan
krijg je bij du geen -st,
maar alleen een
-t
.
De s zit al in de
sis-klank.
Voorbeeld: du heißst is fout, du heißt is goed.
heißen
(fe)
ich
heiß
-e
du
heiß
-
t !
er/sie/es
heiß
-t
wir
heiß
-en
ihr
heiß
-t
sie/Sie
heiß
-en
Slide 3 - Tekstslide
timer
1:00
(Fe)esttenten
+e
+st
+ t
+ t
+ en
+ en
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
Slide 4 - Sleepvraag
Welke uitgang hoort bij ich?
A
e
B
st
C
t
D
en
Slide 5 - Quizvraag
Welke uitgang hoort bij du?
A
e
B
st
C
t
D
en
Slide 6 - Quizvraag
Welke uitgang hoort bij er, sie, es (1 persoon/naam/ding)?
A
e
B
st
C
t
D
en
Slide 7 - Quizvraag
Welke uitgang hoort bij wir?
A
e
B
st
C
t
D
en
Slide 8 - Quizvraag
Welke uitgang hoort bij ihr?
A
e
B
st
C
t
D
en
Slide 9 - Quizvraag
Welke uitgang hoort bij sie / Sie?
A
e
B
st
C
t
D
en
Slide 10 - Quizvraag
Ich __________(sorgen) für die Tiere.
Slide 11 - Open vraag
Was _______(wünschen) Sie?
Slide 12 - Open vraag
Ich ________(heißen) Tom.
Slide 13 - Open vraag
_________(schreiben) du mir schnell zurück?
Slide 14 - Open vraag
___(machen) ihr die Hausaufgaben in der Schule?
Slide 15 - Open vraag
Mein Bruder und ich ________(spielen) bei FC Knudde.
Slide 16 - Open vraag
Regelmatige werkwoorden
+ stam op s-klank
Slide 17 - Tekstslide
Wie _______(heißen) dein Bruder?
Slide 18 - Open vraag
Meine Freundin _________(schwimmen) gern.
Slide 19 - Open vraag
__________(boxen) du auch?
Slide 20 - Open vraag
________(reisen) du immer mit dem Bus?
Slide 21 - Open vraag
________(heißen) du auch Alexandra?
Slide 22 - Open vraag
Was ________(fressen) die Vögel im Winter?
Slide 23 - Open vraag
_________(wohnen) du in einem großen Haus?
Slide 24 - Open vraag
Meine Schwester und ich ________(gehen) zusammen in die Schule.
Slide 25 - Open vraag
_______(sorgen)du für deine Oma?
Slide 26 - Open vraag
_________(sitzen) du bei Deutsch am Fenster?
Slide 27 - Open vraag
Die Hunde ________(spielen) miteinander.
Slide 28 - Open vraag
Wir _________(spielen) mit den Hunden im Garten.
Slide 29 - Open vraag
_________(wohnen) ihr in dieser Straße?
Slide 30 - Open vraag
de voltooid t.t. (das Perfekt) zwakke werkwoord
basisregel
ge + stam + t
ge
wohn
t
ww op -ieren
stam + t
studier
t
niet- scheidbare ww ver-/be-
stam + t
bestell
t
versuch
t
Altijd met een vorm van haben of sein
1. Ich habe meine Hausaufgaben gemacht.
2. Wir haben einen Hund fotografiert.
3. Hast du deine Oma besucht?
Slide 31 - Tekstslide
Das Partizip Perfekt von fotografieren ist: Wir
A
haben gefotografiert
B
haben gefotografieren
C
haebn fotografiert
D
haben fotogegrafiert
Slide 32 - Quizvraag
Wat is de juiste hij-vorm in Perfekt van het werkwoord hören?
A
er hat gehört
B
er hat gehörd
Slide 33 - Quizvraag
Wat is de juiste hij-vorm in Perfekt van het werkwoord duschen?
A
er hat geduscht
B
er hat geduschtet
Slide 34 - Quizvraag
Das Perfekt von kaufen ist:
A
gekauft
B
kauft
C
kaufet
D
gekaufen
Slide 35 - Quizvraag
Was ist das Perfekt von machen
A
gemacht
B
macht
C
machte
D
gemachtet
Slide 36 - Quizvraag
Wat is de juiste hij-vorm in Perfekt van het werkwoord tanzen?
A
er hat getanzt
B
er hat getanzet
C
er hat getanzd
Slide 37 - Quizvraag
Ergänze im Perfekt
(bezahlen) Wir ..... die Rechnung zusammen ........
A
hatten bezahlt
B
haben bezahlt
C
hatten begezahlt
D
haben gebezahlt
Slide 38 - Quizvraag
Das Perfekt von studieren ist:
A
gestudiert
B
studiert
C
gestudieret
D
studieret
Slide 39 - Quizvraag
Das Partizip Perfekt von habenist:
A
gehabt
B
gehaben
C
gehabet
D
habt
Slide 40 - Quizvraag
Wat is de juiste hij-vorm in Perfekt van het werkwoord spielen
A
er hat gespielt
B
er hat gespielen
Slide 41 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
e - i wechsel Kapitel 5 3GT 7e editie
April 2022
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
4T K2 voorzetsels en voornaamwoorden
December 2018
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Herhaling Werkwoorden
November 2023
- Les met
43 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
3V 8.Stunde TO
Mei 2020
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
K6 - Grammatik - Verben auf -d/-t - 2 havo
Februari 2022
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
Kapitel 2 - Lektion 1
Juli 2020
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
K6 - Grammatik - Verben auf -d/-t und Konsonant m/n - 2 vwo
Februari 2022
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
Regelmatige werkwoorden vervoegen
Maart 2022
- Les met
38 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2