Les 3 - Extra Nederlands - klas 2 - Tekstverbanden
Extra Nederlands
Herhaling vorige les
Inzoomen op de tekstverbanden: voorbeeldgevend, concluderend en voorwaardelijk
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2
In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Extra Nederlands
Herhaling vorige les
Inzoomen op de tekstverbanden: voorbeeldgevend, concluderend en voorwaardelijk
Slide 1 - Tekstslide
Extra Nederlands
Focus ligt op begrijpend lezen.
We merken bij verschillende vakken dat er niet goed gelezen wordt en teksten/vragen niet begrepen worden. Daar gaan we aan werken!
We starten met tekstverbanden. Door verbanden te herkennen in teksten, kun je de tekst beter begrijpen. Dit heb je nodig voor alle vakken die je hier op school volgt.
Slide 2 - Tekstslide
Welke 3 tekstverbanden hebben we vorige les geleerd?
Slide 3 - Open vraag
Noem een of meer signaalwoorden die horen bij een oorzakelijk verband.
Slide 4 - Open vraag
Welk tekstverband herken je in de volgende zin?
Ik ben dol op Italiaans eten, zoals pizza en pasta.
A
Voorbeeldgevend
B
Voorwaardelijk
C
Concluderend
Slide 5 - Quizvraag
Voorbeeldgevend/toelichtend verband
Ik ben dol op Italiaans eten, zoals pizza en pasta.
Signaalwoord = zoals
Andere signaalwoorden = zoals, zo, bijvoorbeeld
Slide 6 - Tekstslide
Welk tekstverband herken je in de volgende zin?
Het is er nu erg koud, het regent en er staat harde wind. Het lijkt me dus beter om een andere keer te gaan.
A
Voorwaardelijk
B
Voorbeeldgevend
C
Concluderend
Slide 7 - Quizvraag
Concluderend verband
Het is er nu erg koud, het regent en er staat harde wind. Het lijkt me dus beter om een andere keer te gaan.
Signaalwoord = dus
Andere signaalwoorden = dus, concluderend, alles overziend
Slide 8 - Tekstslide
Welk tekstverband herken je in de volgende zin?
Als ik dit jaar over ga, dan mag ik mee op reis naar Spanje.
A
Voorwaardelijk
B
Voorbeeldgevend
C
Concluderend
Slide 9 - Quizvraag
Voorwaardelijk verband
Als ik dit jaar over ga, dan mag ik mee op reis naar Spanje.
Signaalwoord = als...dan
Andere signaalwoorden: als..dan, indien, tenzij, wanneer, mits
Slide 10 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak de opdrachten op het uitgedeelde blad.
Bewaar de opdrachten in je snelhechter of insteekhoes.