In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Kaart en doorsnede
Slide 1 - Tekstslide
Ik ken de namen van alle windrichtingen
Ik kan werken met de koershoekmeter (of een geodriehoek)
Ik weet wat schaal is en kan er op de juiste wijze mee werken
Wat moet ik kennen/ kunnen na paragraaf 2.1 ?
Slide 2 - Tekstslide
Beginnen we met de voorkennis.
Maar eerst:
timer
1:00
Slide 3 - Tekstslide
Wanneer gebruiken we windrichtingen?
Vraag 1 in je werkboek:
Windrichtingen
Slide 4 - Tekstslide
Windrichtingen
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Koershoek
Een hoek bestaat altijd uit een hoekpunt en twee benen met daartussen een boogje. De koershoek is de hoek tussen de noordlijn (het eerste been) en het tweede been
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
DENK AAN!
<---
Slide 9 - Tekstslide
Koershoek tekenen
Teken de Noordpijl uit het beginpunt
Teken de lijn tussen beginpunt en eindpunt
Leg de 0 van je geo op het begin met met de liniaal precies over de noordpijl
Meet de hoek tussen de noordpijl
en de lijn naar het eindpunt
Slide 10 - Tekstslide
Stappenplan koershoek
1 - Teken op de plek waar je vandaan vertrekt een pijl naar het noorden.
2 - Verbind de plaats van vertrek en de plaats waar je naar toe gaat met een lijn.
3 - Leg de windroos met het midden precies op de plek van vertrek en de nul
graden op de schaalverdeling precies op de lijn die naar het noorden wijst.
4 - Lees nu rechtsom (met de klok mee) op de schaal af waar de andere lijn op
de schaal ligt.
5 - De hoek tussen deze twee lijnen noemen we de koershoek.
Slide 11 - Tekstslide
Maak de sommen t/m 12
op je eigen niveau (maar dan moet je wel steeds de testopgave maken en nakijken. Doe je dat niet, dan maak je alles)
Bekijk de twee filmpjes over koershoekmeter op je laptop
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
vervolg 2.1 Schaal
Op een kaart wordt meestal met een schaal gewerkt.
Wat betekent schaal 1 : 800 000?
Hoeveel is dan 5,5 cm op de kaart?
Bij een schaal kun je ook een schaallijn tekenen. Bij bovenstaand voorbeeld ziet dit er zo uit:
Hiermee kun je de afstanden makkelijker schatten.
Dit is lastig als je de afstand over de weg wilt weten.
Vuistregel:afstand over de weg 1,2 x afstand hemelsbreed
≈
Slide 15 - Tekstslide
Schaal berekenen
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Video
Huiswerk voor 10 oktober
Let op je hebt meer dan een week de tijd
Bekijk de filmpjes van deze les
Maak de sommen tot en met 20
Leer de windroos (met windrichtingen en graden) uit je hoofd