les 5 De microscoop

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Weet je nog wat een organisme is?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wel of geen organisme?
A
B
C
D
E
F

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat een organisme?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Organen van mensen
Orgaan:
Een deel van een
organisme
met een bepaalde taak.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaan organen?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Cellen
Alle organismen bestaan uit cellen.
Alle organismen bestaan uit cellen.

rode bloedcellen
botcellen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. 2.3.5 Je kent de onderdelen van een microscoop met hun functie.

  2. 2.3.6 Je kunt de vergroting van de microscoop uitrekenen.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen


2.3.7 Je kunt uitleggen wat een preparaat is.
*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De microscoop

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De microscoop

Wat kun je met een microscoop doen?

Hele kleine organismen of delen daarvan bekijken.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oculairs en objectieven
oculairs
objectieven

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Totale vergroting
Totale vergroting:
vergroting oculair × vergroting objectief 

Bijvoorbeeld:
Met een oculair dat 10× vergroot en een objectief dat 4× vergroot, is de totale vergroting 10 × 4 = 40×.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken met de microscoop
Werken met de microscoop

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het preparaat

Het voorwerp dat je met de microscoop bekijkt, heet het preparaat
Een preparaat bestaat uit een dik en een dun glaasje. Ertussen ligt wat je wilt bekijken.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Zo maak je een preparaat van wangslijmvlies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vergroting van het oculair is 5x.
De vergroting van het object is 4x.
Hoeveel is de totale vergroting?
A
4x
B
9x
C
5x
D
20x

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de bovenste lens waardoor je kijkt bij een microscoop?
A
objectief
B
oculair
C
revolver
D
diafragma

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar pak je de microscoop vast?
A
grote schroef
B
kleine schroef
C
tafel
D
statief

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreking

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Delen van de microscoop
• Oculair: de bovenste lens waar je door kijkt.
• Tubus: de buis waarin het oculair zit.
• Statief: hieraan pak je de microscoop vast.
• Preparaatklemmen: hiermee klem je het preparaat vast.
• Grote schroef: hiermee beweeg je de tafel (of de tubus) snel omhoog of omlaag.
• Kleine schroef: hiermee kun je nauwkeurig scherpstellen.
• Revolver: hiermee kun je een ander objectief kiezen.
• Objectieven: de onderste lenzen.
• Tafel: hier leg je het preparaat op.
• Diafragma: hiermee regel je de hoeveelheid licht.
• Lamp: zorgt voor het licht.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
• Oculair: de bovenste lens waar je door kijkt.
• Tubus: de buis waarin het oculair zit.
• Statief: hieraan pak je de microscoop vast.
• Preparaatklemmen: hiermee klem je het preparaat vast.
• Grote schroef: hiermee beweeg je de tafel (of de tubus) snel omhoog of omlaag.
• Kleine schroef: hiermee kun je nauwkeurig scherpstellen.
• Revolver: hiermee kun je een ander objectief kiezen.
• Objectieven: de onderste lenzen.
• Tafel: hier leg je het preparaat op.
• Diafragma: hiermee regel je de hoeveelheid licht.
• Lamp: zorgt voor het licht.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies