Taalgebruik week 3

Op naar 2021!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Op naar 2021!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Docent: Brigitte, Tjarda en Merve 
Vak: OPZ/ADL week 3 boek 4

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen 
De student weet wat taalgebruik inhoudt 
De student kan formeel en informeel onderscheiden 
De student kan op een professionele manier met de client communiceren 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik

Slide 4 - Tekstslide

wat weten we nog van vorige week? hierna volgt een dia met quizz over vorige week. 
Wat is zelfredzaamheid?
A
Zelfredzaamheid is dat de zorgverlener bepaald wat er gebeurd
B
Zelfredzaamheid is het zichzelf redden met zo min mogelijk professionele ondersteuning en zorg.
C
Zelfredzaamheid heeft alleen te maken met het zelfstandig wassen en aankleden
D
Zelfredzaamheid is niet van toepassing bin chronisch zieken

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

met elkaar praten; informatie overbrengen
A
communiceren
B
meetellen
C
uitdagen
D
accepteren

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een norm die bij de waarde privacy hoort?
A
Veiligheid
B
Gelijkheid
C
Bescherming privésfeer

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Communicatie zonder woorden heet ook wel
A
verbale communicatie
B
Lichaamstaal

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten taalgebruik
- Beschaafd taalgebruik
- Grof taalgebruik
- Vriendelijk taalgebruik
- Racistisch taalgebruik
- Discriminerend taalgebruik
- Respectvol taalgebruik
- Stoer taalgebruik
- Mopperend taalgebruik
- Vloekend en scheld taalgebruik
- Zegenend taalgebruik


Slide 9 - Tekstslide

Goed dat was dan de quiz van vorige week. We gaan nu beginnen met het onderwerp taalgebruik. Taalgebruik is eigenlijk het gebruiken van taal in verschillende situaties.
we hebben verschillende soorten taalgebruik.... lees DIA 


formeel taalgebruik

informeel taalgebruik

Slide 10 - Tekstslide

we hebben formeel en informeel taalgebruik.  Wie weet wat de verschillen tussen deze twee zijn?? 

ja goedzo. 

Om jullie nog beter een beeld te geven heb ik een quiz gemaakt over formeel en informeel taalgebruik. Wees voorbereid.. hier komt de quiz.. 
Geef je pen eens hier!
A
formeel
B
informeel

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geachte heer De Winter,
A
formeel
B
informeel

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doei!
A
formeel
B
informeel

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met vriendelijke groeten,
A
formeel
B
informeel

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is formeel taalgebruik?
  • Formeel taalgebruik is netjes en
     de toon is beleefd.
  • Je spreekt diegene aan met 'u'.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informeel taalgebruik
Informeel taalgebruik is wat 'losser'

Zoals je tegen je ouders of vrienden praat

Persoonlijke e-mail


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZIJN ER VRAGEN?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
  • Maak opdracht 22 en 23 uit boek 4 blz. 18 
  • Maak een post-it van een ziekte die je kent. Dit lever je via teams in. 
  • uiterste inlever datum 4 december voor 12:00 uur 

Slide 19 - Tekstslide

volgende week hebben jullie weer ziekteleer en jullie gaan vooraf de opdracht van de post-its maken van een psychiatrische ziekte die je kent, ter voorbereiding op die les ziekteleer. Het is ook een onderdeel van de toets van boekje 4 onderdeel 3. 

Feedback?
Afbeeldingsresultaat voor feedback afbeelding

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Succes!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies