3.1 Machthebbers in Europa

3.1 Machthebbers in Europa



Welke machthebbers kennen jullie?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.1 Machthebbers in Europa



Welke machthebbers kennen jullie?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Hoe koning Lodewijk XIV het Franse gebied uitbreidde en zijn macht in Frankrijk vergrootte
  2. Hoe de Engelse koning minder machtig werd 
  3. Hoe Nederland werd bestuurd

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Lodewijk XIV
  • Regeerde van 1643 tot 1715
  • Langst zittende vorst ooit (72 jaar)
  • Droit divin: de macht van God gekregen
  • Zonnekoning (middelpunt van het rijk)
  • HET voorbeeld van een absolute vorst


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Burgeroorlogen
Door vele oorlogen binnen Frankrijk

Godsdienstoorlogen in de 16de eeuw (Hugenoten = Franse protestanten)

streefde Lodewijk XIV naar centralisatie

Slide 6 - Tekstslide

Absolutisme 

Slide 7 - Tekstslide

Versailles
Gebouwd door Lodewijk XIII als jachtslot
Lodewijk XIV bouwt Versailles uit tot een groot paleis
Versailles wordt het middelpunt van centralisatiepolitiek
Centralisatiepolitiek: land geregeerd vanaf één plek

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Engeland
  • Vorsten wilde ook absolute macht
  • Alleen wonnen de edelen
  • binnen 40 jaar:
  • koning onthoofd,dictatuur (cromwell), koning afgezet

Slide 10 - Tekstslide

Parlement
  • Uiteindelijk NL prins Willem III op de troon.
  • Aangesteld door het parlement
  • Willem III beloofde zich te gehoorzamen aan het parlement

Slide 11 - Tekstslide

De Republiek
  • der Zeven Verenigde Nederlanden
  • gewest Holland was het machtigst
  • Wat klopt er niet?

Slide 12 - Tekstslide

Bestuur
  • Anders dan Engeland en Frankrijk
  • Bestuurders heette regenten
  • Oligarchie: macht in handen van kleine groep mensen
  • Staten-Generaal: afgevaardigden van de gewesten
  • Besluiten maken over buitelandse politiek, leger en de vloot

Slide 13 - Tekstslide

Tijd van regenten en vorsten
  • Geen koning
  • Wel een stadhouder
  • Stadhouder had de macht over één of meerdere gewesten

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Maak een zelfportret van iemand anders alsof hij een absolute koning of koningin is.

Volgende kenmerken moeten terugkomen:
  • De persoon moet 'statig' afgebeeld zijn.
  • De persoon moet 'machtig' afgebeeld zijn.
  • De omgeving moet laten blijken dat de persoon welvarend is.

Ben je klaar? Dan begin je met het lezen en maken van 3.1:  opdracht 1 en 2.

Slide 15 - Tekstslide

Welke regeringsvorm had Frankrijk tijdens het absolutisme?
A
Dictatuur
B
Democratie
C
Constitutionele monarchie
D
Absoluut monarchie

Slide 16 - Quizvraag

Hoe werd Engeland geregeerd tijdens het absolutisme?
A
Theocratie
B
Constitutionele monarchie
C
Republiek
D
Dictatuur

Slide 17 - Quizvraag

Welke regeringsvorm had de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden tijdens het absolutisme?
A
Dictatuur
B
Feodale monarchie
C
Republiek
D
Absoluut monarchie

Slide 18 - Quizvraag