§ 3.1 Machthebbers in Europa

H3 Regenten en vorsten
        §3.1 Machthebbers in Europa
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3 Regenten en vorsten
        §3.1 Machthebbers in Europa

Slide 1 - Tekstslide

Gedaan:


Bezig:
  • § 3.1 Machthebbers in Europa

Nog te doen:
  • § 3.1, § 3.2, § 3.3, § 4.1, § 4.2, § 4.3 en § 4.4

Proefwerk:
  • § 3.1, § 3.2, § 3.3,  § 4.1, § 4.2, § 4.3 en § 4.4



Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma deze les:
  • Lezen § 3.1 
  • Uitleg theorie
  • Aan het werk
  • Afsluiting van de les

Slide 3 - Tekstslide

Lees aandachtig:
timer
10:00
Hier komt de uitleg....!
  1. Paragraaf 3.1
  2. Schrijf de lesdoelen op
  3. Schrijf de begrippen + definities op.
  4. Schrijf alle woorden op die je niet kent.

Slide 4 - Tekstslide

1 Je begrijpt hoe de Franse koning  Lodewijk XIV een         absolute monarch werd.
2  Je begrijpt waarom Engeland geen absolute                monarch kreeg.
3  Je begrijpt hoe de Republiek werd bestuurd.

Slide 5 - Tekstslide

Maak van paragraaf 3.1 een samenvatting:

Stap 1: Lees paragraaf 3.1.
Stap 2: Schrijf de titel van het hoofdstuk op en die van de paragraaf.
Stap 3: Schrijf de leerdoelen op
Stap 4: Maak een begrippen en moeilijke woordenlijst en schrijf bij elk de definitie/betekenis op.
Stap 5: Maak een samenvatting per kopje van +/- 4 zinnen.
Stap 6: Maak bij elk kopje een vraag.
Stap 7: Bestudeer de afbeeldingen en beschrijf in eigen woorden wat jij daarop ziet in +/- 3 zinnen.
Stap 8: Lees het verhaal van... 

                                                         




Slide 6 - Tekstslide

1 Je begrijpt hoe de Franse koning  Lodewijk XIV een         absolute monarch werd.
              Regenten en Vorsten
       §3.1 Machthebbers in Europa

Slide 7 - Tekstslide

Lodewijk XIV?

Slide 8 - Woordweb

Franse Koning
In Frankrijk zei de koning (Lodewijk XIV)  dat hij de macht van God had gekregen en daarom niet hoefde te luisteren naar zijn onderdanen. 

Hij wilde een regeringssysteem waarin de koning onbeperkte macht had. 

Dit systeem heet absolutisme. 


Slide 9 - Tekstslide

Absolutisme: Een bestuursvorm waarbij de koning onbeperkte macht heeft.
  • Lodewijk XIV kreeg zijn macht zogezegd van God.
  • Zijn wil is wet: hij neemt alle beslissingen.
  • Schaft de rechten v/d protestanten (hugenoten) af.
.
Wat zijn Hugenoten?
De hugenoten: beïnvloed door Johannes Calvijn (1509-1564), die zich verzette tegen de katholieke kerk. Veel mensen in Frankrijk waren Hugenoot.

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Vragen?
Vragen?
Vragen?
Vragen?

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Werkboek § 3.1 : 
Maken opdrachten:  
 1 en 2



timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Nakijken 
Werkboek § 4.1 
Opdrachten: Introductie




Slide 14 - Tekstslide

              Regenten en Vorsten
       §3.1 Machthebbers in Europa
2  Je begrijpt waarom Engeland geen absolute                monarch kreeg.

Slide 15 - Tekstslide

De Engelse koning


Jacobus II wil ook absolute macht, net zoals zijn neef Lodewijk XIV. 

  • Hij is katholiek maar de Engelse bevolking is grotendeels protestants.
  • De Engelse adel in het parlement wil haar macht niet verliezen.
  • In 1689 vlucht Jacobus II voor zijn protestantse schoonzoon Willem III van Oranje.
  • Willem III wordt koning van Engeland, maar het parlement heeft voortaan de macht.

Slide 16 - Tekstslide

Roemrijke revolutie in Engeland
Erg veel onrust en geweld tussen katholieken en protestanten, daarom; Koning Jacobus II (katholiek) niet populair bij het volk (vooral protestant)

Jacobus' dochter, Maria (protestants), was getrouwd met stadhouder Willem III van Oranje (protestants).

Slide 17 - Tekstslide

Glorious Revolution
Willem III grijpt de macht en hij wordt samen met Maria koning en koningin van Engeland.

Hij voert de Bill of Rights in; 
- De macht van de koning wordt beperkt --> toestemming van het parlement
- Onafhankelijke rechters; eerlijkere rechtspraak

Slide 18 - Tekstslide

Vragen?
Vragen?
Vragen?
Vragen?

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!
Werkboek § 3.1 : 
Maken opdracht:  
 3



timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Nakijken 
Werkboek § 4.1 
Opdracht: 3




Slide 21 - Tekstslide

3  Je begrijpt hoe de Republiek werd bestuurd.

Slide 22 - Tekstslide

Machthebbers in Europa
Het bestuur van de Republiek
Een republiek is een land zonder koning (geen erfopvolging)

De Republiek bestond uit 7 onafhankelijke gewesten (bv. Zeeland)
  • Bestuurd door de eigen Staten.
  • Adel en rijke burgerij (regenten) zetelen in de Staten.

Slide 23 - Tekstslide



Machthebbers in Europa
Het bestuur van de Republiek


De 7 onafhankelijke gewesten werken samen in de Staten-Generaal:
  • Bestaat uit regenten (bestuurders) van de 7 Staten.
  • Verdediging van de Republiek
  • Buitenlandse handel 
  • Bestuur veroverde gebieden.

De stadhouder, was geen koning, maar had als opperbevelhebber veel macht.

Slide 24 - Tekstslide

Machthebbers in Europa
Stadhouder
- Hoogste vertegenwoordiger van een gewest
- Leider leger en vloot
-invloed op benoemen regenten

Stadhouderloos tijdperk:1650-1672

Raadspensionaris
- Hoogste bestuurder van een gewest
- Onderhandelt met buitenlandse bestuurders


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Het bestuur van de Republiek

Slide 27 - Tekstslide

Vragen?
Vragen?
Vragen?
Vragen?

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag!
Werkboek § 3.1 : 
Maken opdrachten:  
 4 t/m 7



timer
20:00

Slide 29 - Tekstslide

Nakijken 
Werkboek § 4.1 
Opdrachten: 4 t/m 7




Slide 30 - Tekstslide

Afsluiting van de les

Slide 31 - Tekstslide