hst 6 het weer 23-24


hst 6 het weer
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les


hst 6 het weer

Slide 1 - Tekstslide

video-opdracht het weer
  • weerbericht opnemen over 1 van deze onderwerpen: (luchtdruk/ ontstaan van neerslag/ ontstaan bliksem ). 
  • onderwerp mag je zelf kiezen 
  •  in het filmpje moeten je de theorie van jouw onderwerp uitleggen en je laat  1 proefje zien dat je uitlegt.
  •  je geeft ook feedback op een video van een klasgenoot

Slide 2 - Tekstslide

eisen:  weerbericht:
  • uitleg theorie luchtdruk en invloed op weer/ontstaan van neerslag/ ontstaan van bliksem
  • minimaal de begrippen in hst 6 tekstboek bij deze onderwerpen genoemd worden moeten in de uitleg van de theorie in de video 
  • min. 1 proefje over jullie onderwerp goed/duidelijk uitgevoerd 
  • de uitleg van het proefje.
  • inleveren: filmpje + feedbackformulier over video klasgenoot in de classroom uiterlijk 1 juli 

Slide 3 - Tekstslide

6.2: = deels Herhaling hst 1.2

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling : Hoe ontstaat druk in gassen + berekenen druk
  • Als gasmoleculen botsen op/ tegen een oppervlakte dan oefenen ze kracht uit op dat oppervlakte = druk .
  • Meed meer moleculen die botsen-> grotere druk
  • bij hogere temperatuur bewegen de
    moleculen harder --> grotere gasdruk 

dus: 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de eenheid van luchtdruk?
  • De eenheid van druk is N/m2
  • De eenheid voor luchtdruk is Pascal (Pa) of bar.
  • 1 N/m2 = 1 Pa 
  • De "standaard" luchtdruk op aarde is ongeveer:
    100.000 Pa = 1000 hPa   
                                 1000 hPa = 1000 mbar 
                                                         1000 mbar = 1 bar
 (zie binas tabel 1,3 en 6)

  

Slide 8 - Tekstslide

Meten van luchtdruk
  • Luchtdruk meet je met een Barometer
  • Bij een hogere luchtdruk wordt het metalen doosje 
      van de barometer meer ingedrukt dan bij een lage
      en beweegt de wijzer naar rechts
  • Meteorologen gebruiken vaak hPa.
  • Automonteurs gebruiken vaak Bar.

Slide 9 - Tekstslide

Wat heeft luchtdruk met het weer te maken?
Lagedrukgebied/depressie
  • Opstijgende warme lucht
  • -> aangevuld met lucht uit hogedruk gebied
  • -> ontstaan wind
  • Veel wolken, slechter weer, vaak storm

Hogedrukgebied
  • Dalende koude lucht 
  • Droog en rustig weer (heldere lucht -> in winter vaak vriezen, in zomer zonnig, warm, droog)
Wind beweegt altijd van een  hogedrukgebied naar een lagedrukgebied


Slide 10 - Tekstslide

Hoe werkt een weerkaart?
Isobaren: Lijnen met dezelfde
luchtdruk

Liggen isobaren dicht bij elkaar,
-> groot verschil in luchtdruk,
veel wind of zelfs storm

Slide 11 - Tekstslide

6.3 Neerslag

Slide 12 - Tekstslide

fase(=toestand)overgangen
  • de fase = stofeigenschap = toestand van een stof bij kamertemperatuur  
  • bij hogere temperatuur bewegen moleculen sneller--> meer ruimte nodig--> Van der Waalskracht kleiner --> faseovergang
  • voor rode faseovergangen is warmte nodig bij blauwe faseovergangen komt warmte vrij 

Slide 13 - Tekstslide

Hoe ontstaan wolken?
  • Warme lucht stijgt op uit lage drukgebied en bevat veel waterdamp 
  •  Hoger in de lucht is het koud -> dauwpunt wordt bereikt (= punt waarop waterdamp condenseert)-> 
  • Vorming druppels en wolken

Slide 14 - Tekstslide

Stapelwolken: wanneer valt regen
  • Basis is donkerder (vlakke onderkant) het bovenste deel met halfronde uitstulpingen is wit.
  • maar er stijgen ook bellen warme lucht
    op die de wolk omhoog duwen->
     stapelen.
  • Als T in de wolk en T in lucht onder wolk
    boven nul zijn, bestaat wolk geheel uit water.
  •  Door botsing van waterdruppeltjes kunnen de druppels verder aangroeien. Zijn ze groot genoeg, dan vallen ze uit de wolk en regent het.

Slide 15 - Tekstslide

Hoe ontstaan sneeuw en hagel
- sneeuw ontstaat doordat waterdamp heel snel afkoelt -> rijpen in plaats van bevriezen -> sneeuwkristallen ontstaan vooral rond kristallisatiekernen
- kristallisatiekernen: deeltje waarop het water makkelijk kan kristalliseren b.v. stof of roet
- hagel ontstaat op grote hoogte als waterdamp afkoelt tot onder - 12 oC
- hele grote hagelstenen ontstaan in wolken met veel luchtstroming 
- de hagelstenen dalen-> ze groeien door contact met waterdamp
- als je hagelstenen doorsnijdt kun je zien hoe vaak dit is gebeurd

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video